Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vergeelde portretten uit een Indisch familiealbum (1990)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vergeelde portretten uit een Indisch familiealbum
Afbeelding van Vergeelde portretten uit een Indisch familiealbumToon afbeelding van titelpagina van Vergeelde portretten uit een Indisch familiealbum

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.03 MB)

ebook (2.85 MB)

XML (0.42 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

non-fictie/autobiografie-memoires


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vergeelde portretten uit een Indisch familiealbum

(1990)–Rob Nieuwenhuys–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige
[pagina 182]
[p. 182]

Woordenlijst

adoe: ach
ajo!: vooruit!
akar wangi: geurig wortelhout
Allah tobat!: God bewaar me!
aloen-aloen: stads- of dorpsplein
asĕm: tamarinde
 
babi kètjap: gerecht van varkensvlees, klaargemaakt met soja en gember
badjoe kaos: nethemd, singlet
balé-balé: rustbed van bamboe
baoe bangké: kadaverlucht
bébé: lange, loshangende huisjurk
bendie: licht tweewielig rijtuigje
bĕrat: lett.: zwaar; hier: kras
bĕsaran: het grote huis
bĕtinka: behept met kuren
blĕkok: soort reiger
boedjang: vrijgezel
boentoet djangkrik: lett.: sprinkhanestaart; hier: haarstaartje
 
daon miana: geneeskrachtige bladsoort
deleman: vierwielig rijtuig, genoemd naar de ontwerper, Deeleman
desa: binnenland, platteland
djagoeng: maïs
djait: naaister
djali-pitten: blauw-grijze pitten, waar men kettingen van rijgt
djamoe: kruidenmedicijn
djas toetoep: hooggesloten jas, thans uit de mode
djeroek: soort sinaasappel
djinten: komijn

[pagina 183]
[p. 183]


djongos: huisjongen
doekoen: medicijnmeester (hier: vrouwelijke)
dokter djawa: arts met opleiding in Indië
 
ès poeter: ice-cream
 
gado-gado: groentegerecht met pindasaus
gĕndih: waterkaraf van ongeglazuurd aardewerk
goedang: berghok, magazijn
goeling: rolkussen
goenoeng: berg
 
hadji: iemand die de bedevaart naar Mekka heeft gedaan
hĕ-ĕh: gebrekkige weergave van een typisch Indisch keelgeluid, dienende ter bevestiging of instemming
hidoeng pèsèk: platte neus
hormat: eerbewijs
 
kabaja tjina: katoenen baadje van Chinese snit
kaka: kaketoe
kakèk: grijsaard
kali: rivier
kampong: dorp, ook: stadsbuurt waar inlanders wonen, daardoor vaak: arme buurt
kandjeng toean: aanspreektitel voor Javaan van hoge adel
kasar: grof
kasian: uitroep van medelijden; ‘zielig’
katjang idjoe: kleine groene erwt
kĕbon: tuinjongen
kĕbonan: tuin, land; toekang-: tuinjongen, tuinman
kembodja: boom die men veel aantreft op Indische begraafplaatsen
kenariboom: hoge noteboom
kĕpala batoe: lett.: stenen hoofd; hier: koppig
kĕtan: kleefrijst
kètjap: sojasaus
kĕtoembar: koriander
kintja: suikerstroop

[pagina 184]
[p. 184]


kipas: waaier
klapper: kokos
klewang: korte, naar de punt breed uitlopende sabel, ook gebruikt als hakmes
klontong: eig. Chinese verkoper
koelit boelé: blanke huid (zoals van een albino)
koelit langsĕp: zachtbruine, zijige huid, zoals die van Rienkie
koemis: knevel
kondé: haarwrong
kopi toebroek: zwarte koffie
kopiah: fluwelen hoofddeksel
kramas: wassen met gebrand stro en zeep
kree: bamboe zonnewering
kripoet: verkreukt, gerimpeld; Si Kripoet: de gerimpelde
krosi malĕs: luierstoel
kwee loepis: koekje
kwee tjeloeroet: lekkernij in bananeblad
 
lampoe tèmplèk: petroleum muurlamp
lekker maken (zich): zich in negligé steken
lènggang: licht wiegende gang
lĕpas: lett.: los; hier: ontslag
 
maloe: verlegen
mandoer: opzichter
mĕlati: jasmijn
mĕnggirip: schemering
mĕnjan: wierook
mylord: vierwielig rijtuig
 
nasi tim: zacht gekookte rijst, au bain-marie bereid
njonja bĕsar: lett.: grote mevrouw
nonna: juffrouw
nontonnen: als buitenstaander een feestelijkheid bijwonen
 
obat sĕriawan: kruidenmedicijn bij buikklachten
oedik: platteland; orang-: plattelander
oedjan kapok: sneeuw

[pagina 185]
[p. 185]


oeroesen: beredderen, regelen
orang blanda: Hollander(s)
oppas: ordonnans
 
padi: rijst te velde of in de aar
pagger: bamboe schutting
pajoeng: regen- of zonnescherm
panas: warm
papaja: soort meloen
pasangrahan: logement, pleisterplaats
pasar: markt
pĕdati: ouderwetse wagen met massieve wielen
pĕdis: heet, hete spijs
pĕndopo: aula, voorgalerij
pĕrkara: zaak, kwestie; - ketjil: kleinigheid, kleine moeite
peté: sterk ruikende boon, gebruikt in de Indische keuken
peujeum: (Soendanees) gegiste cassave, een lekkernij
pidjit: masseren
pisang: banaan; - goreng: gebakken banaan; - reboes: gestoomde banaan
poesaka: erfstuk
pondok: optrek
 
ramboetan: sappige vrucht in harige bolster
rantang: etensdrager
rempèjè: pikante koek met pinda's
rèpot: druk, lawaaierig
rèwèl: druk, ruziënd
roedjak: vruchtensla, gemaakt van onrijpe vruchten met scherpe saus
roemah sial: ongelukshuis
 
sado: (van het Frans dos à dos) tweewielig rijtuigje, waarin men met de rug naar elkaar toe zit
sajoer lodèh: groentesoep met kokosmelk bereid
sambal: fijngewreven Spaanse peper
sampiran: staande kapstok met klamboestof omtrokken
sarong: doek die om de heupen wordt geslagen; - plèkat: idem,

[pagina 186]
[p. 186]

met bijzonder ingeweven patroon
saté: geroosterde stukjes vlees, aan stokjes geregen
sawa: rijstveld
sĕbĕl: onheil aanbrengend (Maleis)
sĕlamatan: offerfeest
sĕroendeng: gebakken, geraspte kokos met pinda's
sial: onheil aanbrengend (Maleis)
siram: begieten, baden door zich met water te overgieten
slèndang: draagdoek
sobat: vriend, kameraad
soebatten: smeken
spèn: huisjongen belast met de bediening aan tafel enz.
strootje: in gedroogd (maïs)blad gerolde sigaret
 
tanah: grond, land: toean-: landheer
tawar: loven en bieden
tikar: mat van gevlochten palmblad
tinka's: kuren
tjèbokken: i.p.v. toiletpapier gebruik maken van water
tjĕmara: naaldboom
tjempaka: boom met fraaie, geelbruine, geurige bloemen
tjongklak: spel dat met vruchtepitten gespeeld wordt
tjotjok: overeenstemmen
toean moeda: jonge meneer
toekang kĕbon: tuinman
tonggèret: cicade
totok: volbloed Hollander
trasi: pasta van fijngemaakte vis of garnalen
 
wajang koelit: schimmenspel met leren poppen
wĕdana (assistent-): inlands districtshoofd op Java


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken