Het geheim van de Mummie
(1906)–August Niemann– Auteursrecht onbekend
[pagina 344]
| |
lijk oog ontcijferde de teekens op de papyrusrol en de goed verborgen grafkelder werd niet door de vindingrijke Arabische roovers, die voor Venetiaansch goud de grafzalen van het oude Egypte plunderden, gevonden. Toen kwam een geducht veroveraar uit Frankrijk in Egypte. Hij bracht in zijn leger geleerde navorschers mede, die de Egyptische geheimen wilden doorgronden, en, ofschoon het leger van Napoleon er slechts korten tijd vertoefde, waren zijn overwinningen toch voldoende, om door zijn Fransche, Engelsche en Italiaansche geleerden den ingang tot de pyramiden, tempels en spelonken van Biban-el-Moluh, bij Thebe te doen openen. Zoo kwam ook de gouden zaal, die de pharao Psammetichus voor zijn lieveling had laten maken, uit het verborgene te voorschijn en werd het hieroglyphen-schrift door een der geleerden ontcijferd. Hij maakte de geschiedenis van de mummie bekend, daar hij meende, dat de nagedachtenis van zulk een toonbeeld van deugd en dapperheid aan de vergetelheid moest ontrokken worden.
EINDE. |
|