Voorwoord
Ooit gehoord van het woord pasnalabisch? Of van komolabisch? Nee, waarschijnlijk, maar toch spreken Nederlanders die woorden in de gegeven context op dezelfde manier uit: pas-na-lá-bisch en kó-mo-la-bisch. Dat illustreert dat taalgebruikers een bepaald systeem hanteren bij het uitspreken van woorden, ook van woorden die ze nog nooit gehoord hebben, en waarvan ze dus niet de passende vorm kunnen imiteren.
Dat systeem schrijft nogal wat voor. In bovenstaande context was het ondenkbaar geweest dat iemand de accentverdeling omdraait: pás-na-la-bisch en ko-mo-lá-bisch. Iemand had eventueel wel een andere lettergreepverdeling van pasnalabisch kunnen kiezen: pa-sna-la-bisch, maar dan zou beslist de eerste a als een lange klank worden uitgesproken, zoals in naslaan. Misschien zijn er taalgebruikers die pasnálabisch even hebben overwogen, maar bij het lezen van komolabisch toch die uitspraak verworpen hebben.
Over het systeem dat bovengenoemde voorbeelden van hun klankvorm voorziet, de klankleer, gaat dit boek. De taalwetenschap ontwikkelt zich snel en het onderdeel dat de klankleer betreft, de fonologie, blijft niet achter. In dit inleidende boek wordt een overzicht gepresenteerd van de gehele fonologie, inclusief de recente ontwikkelingen, waarvan overigens alleen de hoofdlijnen geschetst worden. Ook aan spelling zijn enkele hoofdstukken gewijd, omdat de Nederlandse spelling grotendeels gebaseerd is op de uitspraak en om die reden een nauwe relatie heeft met de fonologie. Verplichte lektuur dus voor wie iets over de spelling van het Nederlands wil zeggen. Het boek heeft de vorm van een leerboek, maar beoogt tevens belangstellenden buiten de lesbanken op de hoogte te stellen van uitkomsten van fonologisch onderzoek.
Het boek is zowel een inleiding in de Nederlandse fonologie als een inleiding in de fonologie in het algemeen. De voorbeelden zijn meestal Nederlands, maar de beschrijving van die Nederlandse voorbeelden is universeel, in zoverre dat gebruik gemaakt wordt van representaties die toepasbaar zijn op alle natuurlijke talen. Er wordt verder veel aandacht besteed aan terminologie, uit recent en vroeger taalkundig werk, zodat dit boek tevens als naslagwerk kan fungeren.
De bibliografische aantekeningen bij ieder hoofdstuk geven aan op