Dal Bhat Chatni
(1977)–Jit Narain– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 131]
| |
[pagina 132]
| |
onstervelijk
is de atman
gelijk mijn
liefde voor
haar die
evenmin een
doder kent
als een eeuwig
bloeiende
chameli welke
door haar
stengel wordt
bemind spreidt
ze haar geur
die door mijn
liefde is
verwekt over
dit landgoed
van god die
ik als vriend
heb
met een glimlach
ging hij
vanmorgen van
mijn offerplaats
en zei........
je ontdekte mij
in jouw liefde
voor haar
wat kan ik anders
dan waarheid zijn
ik sta eerder op
dan de zon opkomt
ik behoud jou
in mijn schaduw
de regenboog
verschuilt zich
achter de donkere
wolken als die
toevallig jouw
schoonheid aanschouwt
de bloemen
vallen verlegen
van de groene
takken die hun
verbazing niet
te boven komen
en verdomd.....
ik kan jou nog
| |
[pagina 133]
| |
nergens vinden
dan in mijn dromen
hoe prettig vind ik het
om aan jou te denken
nadat jij mij mijn
slaap ontneemt
ik ga voor het raam staan
en kijk hoe het water
mijn ogen voorbij stroomt
ik vergelijk jou
met de waterval ginds
die haar hart uitstort
in liefdesgezangen
werd jij maar voor mij
ook een eeuwigheid
tussen de bloemen
zoek ik mijn bloem
kleurloos en reukvol
is die maar waar....
ik geef het zoeken
niet op naar mijn
enige werkelijkheid
die in mijn fantasieën
verscholen moet zijn
hoe vaak heb ik
niet gedacht dat ik
niet vinden zal de juiste
sfeer in het leven
ach ja........
's ochtends zingen de vogels
's morgens blaffen de honden
's avonds zing ik zelf een lied
dat zo vaak al is gezongen
waarheid wordt vaak
niet begrepen
is het niet
goede nacht
ebbend water
ween niet
goede morgen
gedachtenzwerver
die achterhaald
| |
[pagina 134]
| |
de leugen ook als
hij sneller is
dan mij antwoordt
het wassende water
deze boom had
ik zelf geplant
en er zorg voor
gedragen
dat was zijn
eerste bloei
om manja's
als vrucht
te dragen
maar de regen
die zo plotseling
kwam en hard sloeg
op al zijn takken
en de wind die op
alle bladeren klonk
deed de bloemen vallen
's avonds zat ik
heel alleen
met een kleine
brandende diya
bloemen aan god
te offeren
ik had mijn ogen
dicht gedaan
de handen op elkaar
gelegd
de benen over elkaar
gegooid
en storte een gebed
uit mijn hart
heel eenvoudig in mijn
alledaagse taal
uit schrik gingen
mijn ogen open
ik zag vuur zich
over de droge
bladeren verspreiden
mijn jhopri had
vlam gevat
twee druppels rolden
uit mijn ogen
een hand voelde ik
op mijn schouder
| |
[pagina 135]
| |
een stem zei
wees bedaard
het is de diya
die omgevallen is
verder heb jij
alles goed gedaan
mijn kleine hut
van pinabladeren lekt
ik leg een
oude emmer eronder
en zie die vollopen
de druppels
vallen licht
op het water
en toch prikken
ze kleine golven
op het wateroppervlak
het water loopt over
en stroomt over mijn
lemen vloer
er ontstaan enkele
plassen
die na een tijd
spontaan verdwijnen
een kleverige massa
achterlatend
een wesp vliegt
uit de natte bladeren
deze massa tegemoet
waarin zij gevangen
raakt
de krachteloze inspanningen
om zich te verlossen doet
haar de rust tegemoet treden
eindelijk zijn er
geen bewegingen meer
ze begrijpt
dat ze zichzelf
heeft begraven
|
|