De Kleine of Broere Kerk.
Dit gebouw staat in de Hofstraat, en was voor de tijden der kerkhervorming toegewijd aan St. Anthonius. De tijd van deszelfs eerste stichting is mede niet bekend, maar in het jaar 1390 was zij reeds aanwezig. In 1462 werd derzelve ten gebruike aan zekere geestelijke orde, genaamd de Kruizebroeders afgestaan, welke daaromtrent ook een klooster gesticht hebben. Aan deze gebeurtenis is de afkomst van haren naam toeteschrijven. In het jaar 1572 den 1 Junij, is zij gewijd of gezuiverd door den Bisschop van Leeuwarden, Cuneri Petrij, omdat zij door kettersche leeraren, (volgens het denkbeeld van dien tijd,) was ontheiligd. Wijbrandus Snecanus, was in het jaar 1579 Preor van deze kerk, en heeft in die betrekking een smeekschrift tegen de Unie van Utrecht onderteekend.
Oudtijds moet bij deze kerk aan de westzijde een begraafplaats of kerkhof geweest zijn, voor zoo ver men door het vinden van lijken daaromtrent heeft kunnen opmaken. Ook zijn bij het bouwen der nieuwe stads burgerschool, welke in 1815 aan de noordzijde tegen deze kerk is aangebouwd, de sporen van begravene lijken daar ter plaatse ontdekt.
De lengte van dit gebouw is 25 ell. 1 palm en 4 streep., en de breedte 11 ell. 2 palm. 9 duim. en 7 streep. De hoogte van hetzelve tot aan de naald 21 ell. 3 palm. 3 duim. en 8 streep, en het daarop staande torentje is hoog 10 ell. 6 palm. 6 duim. en 9 streep. In 1765 werd deze kerk zeer bouwvallig, waarom besloten werd dezelve te vernieuwen, zoo als zulks in het volgend jaar 1766, ook is bewerkstelligd. De geheele voorgevel werd afgebroken en van nieuws opgebouwd, de kraak van binnen afgebroken, nieuwe balken in het geheele gebouw gelegd, de muurplaten vernieuwd en een looden goot rondom het dak gelegd, dat aan de zuidzijde ook verbeterd werd. Te voren stond het spitze torentje in het midden van het dak, maar bij deze gelegenheid werd dit verplaatst tot vooraan en verbonden met den voorgevel. De daarin hangende klok, diende voor een poort- of wachtklok, ook was in hetzelve een uurwerk en voor en ter wederzijden uurwijzersplaaten. Deze vernieuwing heeft, (naar onze tegenwoordige geldmunt uitgedrukt,) gekost 9604 Nederl. guldens en 25 cents.
De Predikstoel die zeer fraai was, benevens het doophek, is in het jaar 1698 vervaardigd en aan het eind der