Vondelingskens(1926)–Alice Nahon– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina t.o. 3] [p. t.o. 3] [pagina 5] [p. 5] Vondelingskens [pagina 7] [p. 7] Vondelingskens 'k Vond z'in Vlaandren, waar geen hand Zegent d'idealen...; Waar men, als een vreemde, bant D'eigen zoete tale. 'k Vond ze, waar geen zachte stem Door m'n zuchten streelde...; 'k Vond ze ver, heel ver van hem, Ver van alle weelde. In 't vertellen van wat wind..., 't Ritslen van de hagen..., In de kijkers van een kind...; 't Scheem'ren van de dagen... 'k Vond z'in 't eigen stil gedacht..., In wat bloemen-zegen...; 'k Vond ze, spelend langs de gracht Van verlaten wegen... ............ [pagina 8] [p. 8] Zoudt ge weelde vragen toch Van die schaam'le dingskens...? 't Zijn geen rijke kind'ren..., och, 't Zijn maar vondelingskens... Vorige Volgende