Schaduw(1929)–Alice Nahon– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 34] [p. 34] Toe, mijn oogen XX Toe mijn oogen, weest nu stil, vertelt niet wat ik zwijgen wil want lachen door mijn triestigheid is wonderschoone logen. Och, doet maar juist als waart ge blij en lacht maar, lacht maar allebei den schoonen lach van kinderoogen. Toe, mijn harte, zing nu weer ge deedt het al zoo lang niet meer en zingen is de vlucht naar God voor wereldmoede menschen; zing hooger dan dat oud verdriet, zing warmer dan dat lauwe lied van ijdele hoop en ijdele wenschen. Toe, mijn ziele, help me nu; mijn hart, mijn oogen zijn van u. Gij kunt ze maken goddelijk-schoon spijts alles wat ze griefde; [pagina 35] [p. 35] doe gij dit hart wat stiller slaan, doe gij mijn oogen minder gaan naar 't lokkend land van menschenliefde. Vorige Volgende