Maart-April(1936)–Alice Nahon– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 54] [p. 54] Aan Tante Mieke zaliger gedachtenis. XVI. Een bonte bloemfontein over ons kinderjaren is zij geweest; Geheime kluis van troost voor al die ouder waren naar hart en geest. In kinderen en in bloemen zag zij Gods genade, die waren d'eenige weelde van heur dagen hier beneê. Zij sprak van ieder 't goed, van geen het kwade. Dat miek heur woning mild in wel en wee. Zij wist de poëzie der schoone Kempenlanden, die stond in heuren hof als rijkbeladen boom. Zij heeft zich uitgedeeld met brave, gulle handen, vrij van schijnheiligheid en van intentie vroom. Toch is zij zelf een eenzaam hart gebleven en niemand wist heur droefenis of droom. Heer, geef dat zij na dit verborgen leven U als vertrouweling voor eeuwig tegenkoom. Vorige Volgende