Maart-April(1936)–Alice Nahon– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 34] [p. 34] Zij wist de Poëzie der schoone Kempenlanden [pagina 35] [p. 35] Jeugdgedichten en nagelaten Verzen [pagina 36] [p. 36] Muziek op het bord. I. Op de draden van de telefoon Zit een rij van musschen. En van ieder muschke daar Staat de naam ertusschen. 't Is 't geschrift van Soeur Cecile, Die de musschen doen zingen wil. Eéne musch zing niet meer mede, Zij is gevallen naar beneden; Zij is van den draad getrapt, Daarom is zij uitgekrabt. ‘Do’ wil zeker zeggen dood... Zij zal sterven in de goot... Sterven in de goot van 't bord, Bij het krijt en bij de vod. Muschke lief, ge mocht nog leven, Waart gij op den draad gebleven. Maar misschien, ge kunt niet weten, Heeft men U daaraf gesmeten. Muschke lief, hoe droef voor U, Muschke lief, ik denk aan U. Vorige Volgende