Op zachte vooizekens(1923)–Alice Nahon– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 12] [p. 12] Gladiolen M'n ziel, wat zijt ge een schaamle loot, 'k Zag u zoo geern 'n blomme rood... Zóó rood als 't gladiolenvuur, Dat brandt aan gindschen grijzen muur Door 't schemeruur... Al sluipt er deemster langs hun blaân, Zie, hoe ze daar te zingen staan! De blikk'ring van hun blom-gelaat, De flonk'ring van hun kleur-gewaad. 't Is dageraad! O ziele, blijf geen poov're loot..., Kom, drink van 't gladiolenrood! Want in die blommen ligt een gloed, Die bleek gedacht en bleek gemoed Weer gloeien doet...! Vorige Volgende