Op zachte vooizekens(1923)–Alice Nahon– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 11] [p. 11] Krysanten Krysanten, donzig-warm gebloemt, Dat door de kou komt kijken, Ik heb u vaak, met reèn, genoemd: De blommen van de rijken. Ik zag uw koppen 't allermeest In prachtige vazen pralen, Ter steè, bij stemmig winterfeest, In mooi-verlichte zalen. Maar toch, ik vond u wel een keer 'n Schamel hofke warmen..., Of vóór 'nen houten Lieven Heer In huizekens der armen. O! Zegt me, waar ge thuis behoort, Dààr zie 'k u 't liefste toeven Als allerleste liefdewoord... Op arm' en rijke groeven... Vorige Volgende