Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Rhetorica, dye edele const van welsegghene (1553)

Informatie terzijde

Titelpagina van Rhetorica, dye edele const van welsegghene
Afbeelding van Rhetorica, dye edele const van welseggheneToon afbeelding van titelpagina van Rhetorica, dye edele const van welsegghene

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.76 MB)

ebook (3.04 MB)

XML (0.33 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/pedagogiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Rhetorica, dye edele const van welsegghene

(1553)–Jan van Mussem–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

¶ Van het ghescrifte, ende den wille oft meeninghe vanden scrijuere.

WT dat ghescrifte, ende wille of meeninghe vanden scrijuere mach questie rijsen. Te wetene als die intencie ende meeninghe vanden scrijuere schijnt contrarieren metten gescrifte Exempel. Daer es een wet of cuere bescreuen, bi die welcke geordineert es, so wie duer eenich tempeest zijn schip achterlaten sal, hy sal tselue verliesen met al datter in es. Twelcke schip met alle den goede (ist dat te lande comen mach) hem lieden toebehooren sal die daerin gebleuen zijn. Het ghebuert duer cracht van grooten tempeeste dat si al vlieden die in een schip zijn, hem saluerende in een bootken, wtgedaen een sieck mensche die int schip blijft, bi causen want hi van groter siecten niet vlieden en mach. Het gebuert by geualle dattet schip ongeschent inde hauene geraect. Den siecken wilt voor hem behouden, den anderen dye tschip toebehoorde heescht dat selue voor hem. &c. So wie hem nv met dese ghescreuen wet, oft met eenich ander ghescrifte alleenlijck naer dye lettere behelpen wil, als hier den siecken. Hy sal obserueren die vijf officien vanden Rhetorisien, metgaders dye ses deelen vander Inuentie alsoo vooren gheleert es. Bouen dien sal hi noteren tghene dat hier naer volcht.

[Folio 41v]
[fol. 41v]

Sijn narratie vulbrocht hebbende, hi sal prijsen hem die tgescrifte gemaect ende geordineert heuet dan sal hi tselue gescrifte reciteren. Voort sal hi vraghen zijn wederpartije, oft hi niet geweten en heuet, datter sulc gescrifte gemaect oft gheordineert was. Voort sal hi collationeren tselue ghescrifte, tgene dat zijn wederpartije kent gedaen te hebbene. Om te weten wat die iugen schuldich zijn te volghene, oft tgene dat daer teghen subtijlijc versiert es. Dan sal hi die interpretatie van zijn wederpartije begrijpen, ende te niete doen vraghende, waert sake dat hi die het gescrift gemaect ende geordineert heeft, tselue in sulcker manieren hadde willen scrijuen, also zijn wederpartije segt tselue verstaen te moeten wesene, wat hem beletten mochte van alsoo te bescrijuene. Dan sal hi selue zijn interpretatie oft sin gheuen ende betooghen cause waerom den ordineerdere, oft scrijuer tselue also ghescreuen heeft, betoogende tselue gescrifte, claerlijc, cort, wel perfectelijc, ende met sekere redene ghescreuen te wesene. Voort sal hi exempelen allegieren van saken die stricktelijc naer de lettere van tgescrifte gheiugiert zijn gheweest, ende nyet naer die vreemde interpretatie vanden partijen. Voort sal hi betoghen hoe quaet ende periculues dattet es, anders dan naer tgescrifte te iugierene. Segghende ist datmen iugiert naer den sin vanden ouertreders der wetten, ende niet naer datter bescreuen staet, so salmen elcken cause ende macht geuen om te

[Folio 42r]
[fol. 42r]

misdoene, als si verstaen sullen dat die iugen niet en iugieren naer die gescreuen wetten die si besworen hebben, maer naer den wille ende interpretatien vanden partijen. Ooc en sullen die Iugen geen seker redene oft maniere moghen hebben van iugieren, noch ooc die ghemeente van leuene, ende hem daer naer te regulerene, ist dat die wetten niet strictelijc onderhouden werden. &c. Ten laetsten makende doleance teghen zijn wederpartije als teghen een dye daer kent ende belijdt, teghen dye gescreuen wet ende ordinancie gedaen te hebbene, ende daer toe hem noch wil defenderen. Nv ter contrarien. So wie hem met den sin ende meeninghe van een wet oft gescrifte beschudden wil ende niet met deen gescrifte naer de lettere. Hi sal ten eersten prijsen den bescrijuere, als dat hi wel ende cortelijc bescreuen heeft, tgene dat nootsakelijc bescreuen diende, achterlatende tghene dat men van selfs sonder gescrifte wel verstaen mach Voort sal hi segghen dat het doene es van een lueraer oft luteraer, so seere die woorden van tghescrifte te volghen, ende niet den sin noch den wille vanden ghenen diet ghescreuen heeft. Voort sal hi segghen dat het gescrifte naer die lettere al so niet wesen mach, noch by natuerlijck recht, noch bi ghescreuen recht, noch bi vsancie, noch bi dat also goet ende gelijc wesen soude, twelck sonder twijfelen die wille ende meeninge vanden scrijuere gheweest es. Te wetene, dat alsulcke pointen neerstelijck gheobserueert wesen souden. Voort sal hi segghen, hem met goeden rechte ghedaen

[Folio 42v]
[fol. 42v]

te hebbene, tgene dat hi ghedaen heeft, allegierende die voornoemde pointen tsinen voordeele. Seggende hoe den sin ende interpretatie die zijn wederpartije bi brengt, van geender weerden, onwijs ende onrechtueerdich es. Of dat so niet wesen mach, noch moghelijc es, noch ooc niet en accordeert met datter voren ende na gescreuen staet, noch met gemeenen rechten oft wetten, noch gewijsde saken Voort sal hier exempelen betooghen van saken die geiugiert hebben geweest, niet strictelijc na die woorden ende lettere vanden gescrifte, maer na den wille ende meeninge vanden scrijuer. Voort sal hi betogen eenige exceptien van wetten of obligatien, daer den sin ende meeninge vanden bescriuer verstaen moet wesen. Ten laetsten int concluderen, mach hi hem doleren van zijn wederpartije, segghende dat hi een gescrifte oft wet allegiert, daer hi nochtans den rechten sin ende meeninghe niet en wil verstaen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken