Multatuli en zijn zoon. Brieven van Multatuli aan J. van der Hoeven
(1937)–Jan van der Hoeven, Multatuli– Auteursrecht onbekend
[pagina 24]
| |
niet teruggegeven, zooals fatsoenshalve z'n plicht ware geweest, vooral jegens personen die hem met zooveel welwillendheid behandeld hadden! Wilt gy de goedheid hebben, dit van hem terug te eischen? Het is 'n souvenir, en de eigenares (Mevr. v.d. Poel) hecht er waarde aan. ‘Dáárom’ zei de heer V.B.H. ‘vraag ik er naar. Wat de meubels aangaat, dàt komt er niet opaan’. Alzoo ook meubels, 'tgeen ik reeds uit ons laatst of voorlaatst gesprek kon opmaken!Ga naar voetnoot1) Den indruk dien al deze dingen op my maken, kunt ge U voorstellen. Ik weet waarachtig niet wat ik met hem moet aanvangen. Elken dag, elk oogenblik verwacht ik nieuw schandaal! Hy is in 't zedelyke (door 'n hersenfout misschien) kleurenblind. Men kan by hem op niets rekenen! Als ge my wilt antwoorden, is m'n adres tegen Maandagavond: D.D. (Mult) spreeklokaal Arnhem. Hartelyk gegroet tt Dek |
|