Multatuli en zijn zoon. Brieven van Multatuli aan J. van der Hoeven
(1937)–Jan van der Hoeven, Multatuli– Auteursrecht onbekendVIGeisenheim 23 Sept. 79Ga naar voetnoot2) Eduard! Alzoo afgekeurd voor schooljongen! Ellendiger kan het niet. En dat deel je my heel lakoniek (n.b. pr. postkaart!) mee. En je dringt nogal op spoed aan in 't beantwoorden van je vraag om je te ‘assisteeren’ in je plan om officier van gezondheid te worden. Hoe wit jy offr. van Gezondheid worden, daar je als volwassen man nog niet eens bekwaam bent voor schooljongen? Toen ik je voor eenigen tyd beloofde je met 60 gl. 's maands bytestaan tot November, deed ik al wat ik kon, ja meer dan ik kon. Wanneer je dien tyd goed besteed had, zou ik nader beraadslaagd hebben wat er te doen viel. Nu weet ik geen raad. Ik ben er moe van. | |
[pagina 17]
| |
Nog tweemaal zal ik je die 60 gl. zenden, al weet ik zelf nog niet waar ik ze vandaan zal krygen, maar ik moet je ernstig verzoeken daarna voor jezelf te zorgen. Ik heb gedaan wat ik kon, en zeker meer dan ieder ander vader zou gedaan hebben die zòò door z'n kinderen behandeld werd als jy en Nonnie my gedaan hebt. Sedert al den tyd dien je nu weer in Holland bent, heb ik geen enkelen keer 'n behoorlyken brief van je gehad. Daar je nooit 'n woord schreef over je werk d.i. over je schoolstudie om de hollandsche jongetjes van 12 jaar intehalen, begreep ik al lang dat er al weer van je fraaie beloften niets komen zou. Verwonderd heeft me dus de uitslag van je examen niet! Maar wel ben ik er beschaamd over, en dat moest jy ook wezen. Je ziet nu dat men in Holland niet met schreeuwen en bluffen terecht komt, zooals in dat fraaie Italië! Daar kan jeGa naar voetnoot1) |
|