Meen niet dat ik dat zaakje met die Juffr. in den Haag op zichzelf beschouwd zoo erg vinden zou. Maar hy heeft me telkens verzekerd als ik hem geld gaf, dat het genoeg was, dat-i geen achterstand had, enz. Toch blykt er nu weer dat-i my bedrogen heeft. Honderdmaal waarschuwde ik hem, gedurende de regeling van zyn toekomstig verblyf te Rotterdam: ‘toch vooral geen schulden te maken’ en dit beloofde hy, schoon er nu blykt dat-i op dat oogenblik zelf, tegen zyn uitdrukkelyke verzekering in reeds schulden hàd! en misschien zyn er wel meer!
Aan de billykheid der vordering van die vrouw twyfel ik in 't minst niet. Ik kan niet meer opgeven hoeveel geld ik hem gedurende de laatste maanden verstrekt heb, doch alles bijeen gerekend is 't nogal veel geweest, en in-allen-geval had hy daarvan ruim en breed zulke schulden kunnen afdoen, zooals hy dan ook altyd verzekerde te doen.
Ik moet U waarschuwen, daar ik U, bij Uw goeden wil en opofferende hartelykheid, niet mag blootstellen aan de gevolgen zyner... insoliditeit, om geen erger woord te noemen. Dat ik hem, by m'n terugkomst in Holland, na al wat er reeds met hem gebeurd was, weer in genade heb aangenomen, was 'n fout! Want voor verbetering is hy niet vatbaar. Hy heeft voor z'n doen en laten geen ander motief dan 't naast voor de hand liggend (schynbaar) voordeel, en by 't beoordeelen van dat zgn. voordeel, is hy nog zeer dom ook. Het loopt in 't krankzinnige.
Wat nu te doen? Met het betalen van dat geld, is de zaak niet uit! Voor dergelyke vorderingen sta ik elken dag bloot! Sedert lang dacht ik er aan publiek te annonceeren dat ik niet aansprakelyk voor hem ben, maar ge begrypt hoe ik hiertegen opzie. Hy had het sedert lang dubbel en dwars verdiend, maar voor myzelf is 't nadeelig. Als ik nu dat mensch in den Haag betaal, is er geen eind aan! Dan rekent hy er op, en ik ben geen dag zeker voor reklamatiën. Z'n taktiek schynt te zyn, op myn naam te spekuleeren, wel wetende dat het me veel kosten zou hem publiek te désavoueeren.
Dat ik U deze zaak voorloopig mededeel, is niet omdat ik U 'n eigenlyk-gezegd verzoek of voorstel te doen heb, waar omdat ik voel dat ge het weten moet. Wat ik doen moet,