In de eerste plaats m'nheer, droog uw tranen af.
Vervolgens: lui, pedant, ziekelyk en oud zegt ge? En hy houdt z'n woord niet? Ja, dat komt er van als men den tydgeest miskent. Hy schynt te meenen dat men nog altyd 'n menschenleven mag zoekbrengen aan 't uithollen van een boomstam. Als ge hem eens naar de landswerf zondt? Of leg hem de begrootingen van de Marine voor den neus. Hy zal daaruit zien hoe vlug men tegenwoordig meer millioenen weet optemaken dan er vroeger vuursteenen werden stomp gekrast op 'n heelen boomstam. Onder uw voorouders, m'nheer, was er een die begon 'n schuit te maken toen z'n eerste liefde nog in weifelende wording verkeerde, en vóór hy er mee klaar was - met de schuit - was z'n achterkleinzoon al driemaal gescheiden van tafel en bed. Misschien verkiest ge daaruit optemaken dat in die dagen de liefde 'n sneller verloop had dan tegenwoordig? O, neen! De liefde is gebleven wat ze was, maar de scheepsbouw is zoo byzonder vooruitgegaan. Al wedyverend met vrouwelyke-deugdbeschutting, heeft men 't boudoir de kunst afgezien zich door keurslyven onneembaar te maken. Men pantsert zich, pantsert zich... geen vyand of deugdbelager kan er in. En zinken ze niet veel vlugger dan in vroeger dagen? Ik vertrouw op uw belezenheid, m'nheer,