Brieven. Deel 9. Te Wiesbaden 1870-1875

VIII.

[Uit een brief van 2 febr. 1872.]

De ‘Bruid daarboven’ zend ik morgen gecorrigeerd terug. Ik heb regt regt gelaten en vrolyk blyft vrolyk. Eerst was ik van plan ook die dingen te veranderen, maar by nader inzien, vond ik het goed dat stuk in 't bezit te laten van z'n dertigjarigen ouderdom. Prosit! Ik zal er een voorberichtje by schryven.

Uw aanbod om my voor dien nieuwen druk f 50 te betalen (geheel onverplicht, want het

[p. 111]

ding behoort u) is zeer royaal. Ik wou ryk genoeg zyn, u te bedanken. Niet uit hoogheid, maar om de zaak niet te bezwaren. Nu neem ik gaarne aan, ik moet wel.

Uw beide vragen: of we bundel IV beginnen met Vorstenschool? en: in ieder geval beginnen we immers in 't voorjaar met dien bundel? zyn juist geschikt om my te decideren, of liever tot décisie te dringen. Op de laatste vraag zeg ik: ja, zeker! En wel zoo spoedig mogelyk. Geef me over Vorstenschool drie dagen tyd tot beraad.