van Stéfanie. Dus: dat jy wat voor my achterhield, en dan moet het toch wel waar zyn dat ik jou en de kinderen te kort deed, als jy genoodzaakt bent het voor de kinderen ontvangene voor my weg te houden! Als ik nu by dat alles bedenk hoe ik leed onder je gebrek lyden te Brussel, onder je angst voor wissels, hoe ik genoot als ik je wat zenden kon, dan zal je toestemmen dat het bitter is nu zoo te worden aangezien. En... als er iets mee bereikt was maar juist andersom! By 't ondermynen der sympathie voor my, ondermynde je alles. Jy en de kinderen hadden moeten geholpen worden om mynentwil, niet tegen my. Dit laatste kon nooit. Er was geen reden toe.
En ik zou 't je niet gevraagd hebben, dat geld, schoon ik honger leed. Ik heb rauwe tuinboonen moeten stelen in 't veld en niet daarover inquieteerde ik my, maar over de vraag of jy genoeg zou hebben voor je reis. Sedert 2½ maand heb ik op 3 keer na geen gekookt eten gehad, soms brood met vleesch, soms enkel brood. Ik ben dan ook uitgeput en als ik daarby bedenk hoe je my in den laatsten tyd hebt laten mishandelen is myn gevoel zeer bitter.
Enfin! In een oogenblik dat ik letterlyk meende te bezwyken van gebrek schreef ik aan Huet. Ik wist niet aan wien ik schryven zou. Je hadt velen