Brieven. Deel 7. Multatuli-Busken Huet 1866
(1893)– Multatuli– Auteursrecht onbekend
[pagina 73]
| |
hebben my en Nonni in de gelegenheid gesteld om binnen weinige dagen naar Italia te kunnen gaan, maar daar Eduard niet langer by de familie Koning blyven kan wilde ik hem mede nemen, en voor hem heb ik geen geld voor reiskosten, ook zou ik zoo gaarne eenige kleeren willen koopen. Zoude u my daarvoor iets kunnen zenden, byv. de 50 gulden die de heer Potgieter voor my beschikbaar gesteld heeft? Och, wat doe ik u een moeite en last aan, neem het my niet kwalyk waarde heer van Vloten en wees overtuigd dat ik u innig dankbaar ben. Ik zoude u gaarne den brief van Stephanie Omboni zenden, maar ik vrees dat ik al te veel van uw tyd wegneem. Ze zegt: ‘Nous ne't offrons pas ici un avenir brillant, ni même le moyen de faire fortune. Nous ne t'offrons que simplement le moyen de sortir de la misère et de te gagner honnêtement une vie paisible et pour Nonni une bonne éducation. Tu connais Omboni nous ne te faisons pas de promesses outrées mais nous nous réunissons pour te dire que nous croyons que tu seras heureuse ici et que c'est de tout coeur que nous t'offrons de t'assister de tout notre pouvoir.’ Ik weet wel dat ik geruimen tyd Dekker zal moeten missen, maar ik ontneem hem daardoor eenige zorg en dat is ook hulp. Wanneer ik eenig geld zou kunnen ontvangen zou myn reis al op zondag bepaald worden. Ik verlies niets met er naar toe te gaan, want het verblyf hier wordt hoe langer hoe moeyelyker. Ik ben zoo bang dat u my voor indiscreet houdt, 't is de noodzakelykheid die dwingt. | |
[pagina 74]
| |
Mogt ik zoo gelukkig zyn waarde heer van Vloten dat ik een gunstig antwoord van u mogt ontvangen zoude ik u regt dankbaar zyn. Myne eerbiedige groeten aan Mevrouw van Vloten verzocht te hebben noem ik my met de meeste achting UEd. Dienstw. Dienaresse E.H. Douwes Dekker. |
|