Ik had U en den Heer Ellerman gewacht van dezen morgen. Prettig dat ze zoo bestellen. Zoodra ik voldaan heb aan myne verpligting omtrent u, zal ik u voorstellen my in staat te stellen om myn Fancy (een roman of zoo iets) van Brussel te halen.
Ik weet niet regt, hoeveel er van klaar is.
Maar eerst dit af. Wees niet ongerust over den mallen loop van die minnebrieven, 't zal à peuprès op zyn pooten teregt komen, en voor Mr. Publiek is 't goed genoeg.
Weldra word ik weer hysterisch, dat betalen ze!
Zy willen, dat ik hoer ben, - ik zàl hoer zyn, een hoer, die streelt en kittelt.
Maar ik scheld myn klanten uit! Dat 's wat nieuws in 't hoerwezen! Adio!
Ik ben innig bly, dat gy en de heer E. zoo flink beloond... neen, dat is 't woord niet! Ik meen, dat uwe loyale hulp u geen schade zal doen. Zoo moest het altyd gaan, maar meestal gaat het anders.
Och, als 't niet te lastig is, mag ik dan nog een keer meer de proef nazien? Ik zal discreet wezen in veranderingen. Bedenk, dat ik zoo haastig corrigeer.