Brieven. Deel 5. Minnebrieven-tyd 1861
(1892)– Multatuli– Auteursrecht onbekend
[pagina 80]
| |
omdat ik naar den Helder ben geweest en pas ben thuis gekomen. Ik ben nu te moe om lang te schryven en ik haast my nu maar omdat ik uit den brief dien ik nu vind merk dat je verdrietig geweest bent. Lieve engel, daar had je geen reden toe. Had je niet juist uit die verhouding met Siet goed kunnen merken dat ik zoo dol op je gesteld ben? Je bent een malle meid. Maak je toch maar volstrekt niet ongerust op dat punt. Morgen meer. Pieter is in zeer zorgelyke omstandigheden. Dag beste Tine, myn Tine. Kus de beste jongens. Och, morgen is Non jarig. |
|