V.
WelEdelgeb. Heer!
Ik zou u voorlang de f 125 hebben gezonden, die my de heer De Ruyter, volgens de afrekening van den Max Havelaar, in July 1866 ter hand stelde, doch uw adres was my onbekend en ik heb my vruchteloos daarnaar geïnformeerd. Morgen doet de heer Praetorius het u toekomen in een aangeteekenden brief, en daarvoor zult gy de quitantie wel willen zenden.
Ik weet niet of de afrekening in aanst. July iets noemenswaard zal opleveren; doch in elk geval zal 't my aangenaam zyn tegen dien tyd opgave te hebben van uw adres.
Met de meeste welwillende gevoelen steeds
Uw dw. Dr.
Amst. 7 Juny 1867.
J. van Lennep.