LXIV.
(zonder eenige tydsaanwyzing.)
Lieve hart! Ik ben in den Haag, ik wil hier het terrein opnemen en hoop na een paar dagen thuis te komen. Van Straten zal de zaak van Nat. inschryving pousseren. Schryf my nog eenmaal adres: Maréchal de Turenne. Ik heb van Hoevell nog niet gesproken, en daarom is my het te doen. Je begrypt dat ik geen lust in schryven heb nu ik hoop je zoo spoedig te zien. Dag beste kind, dag lieve jongens.