Kus de lieve jongens, ik heb geen lust in schryven. Dag kind. A propos, ik heb naar 't postkantoor te Spa geschreven, heb je nog niets ontvangen?
Pieter heb ik gesproken, van Jan hoor ik niets.
Ik zoek geld om baas te worden over de uitgave
[van den Havelaar]
want die de R. is ellendig. De vent heeft geen verstand van de zaak, maar van Lennep zit my in den weg. Ik denk Schill en van Prehm te vragen.