Brieven. Deel 4. De Havelaar verschenen 1860
(1890)– Multatuli– Auteursrecht onbekend
[pagina 88]
| |
Ik heb uwen lieven brief van Dingsdag en Woensdag en ook het later briefje waarin ge de ontvangst meedeelt van die f 20.- Jan is heden morgen naar de Buthe terug gekeerd. Hy heeft beloofd my wat geld te zenden zoodra hy thuis is. De geest was goed, maar helaas thans loopt hem de zaak werkelyk tegen. De vrye kuituur is op het oogenblik zoo goed als vernietigd. Ik gis wel dat dit na 't aftreden van Rochussen weer in orde zal komen, maar voor het oogenblik is het werkelyk beroerd. De algemeene opinie is (en de myne ook) dat ik Gids, N.I. Tydschrift etc. moet afwachten. Ik wil dan ook voorloopig niet naar huis terugkeeren. Myn plan is nog altyd iets te provoceeren in den geest van het voorstel van Van Prehm. Over eenige dagen zal ik naar den Haag gaan, maar ik blyf nog eerst wat hier. Ziehier waarom. Je weet dat ik zoo dikwyls betreurd heb niet door Schuurman achter de ware zaak van magnetisme, clairvoyance etc. te hebben kunnen komen. Ik had my vast voorgenomen geen gelegenheid te verzuimen om meer daarvan te weten. Die Van Heekeren (dien ge nu reeds by u hebt gezien) kent het, en ik wil het van hem leeren. Ik heb al een sujet in slaap gemaakt, en al meer proeven gedaan die perfect gelukt zyn. Ja, ik | |
[pagina 89]
| |
weet zeker dat ik u al zou kunnen helpen aan uw pyn in den rug. 't Is een zonderlinge zaak, ik zelf ben gefrappeerd geweest van het effekt. Myn bedoeling is echter die zaak te doorgronden en te trachten die toetepassen. Ik weet nog niet of ik daarin slagen zal, maar het had my altyd berouwd dat ik vroeger daarop niet meer acht heb gegeven. Schenk my de relasen van myne bezoeken by Tydeman, v. Hasselt, v. Lennep enz. De hoofdzaak is veel praatjes maar weinig daad. Ik houd van v.H. nog het meeste. Tydeman heeft my geld gepresenteerd dat ik afgewezen heb. Ik ken dat! Ik heb nog niet alle hoop verloren ten slotte tot eene goede conclusie te komen, maar 't is nog de tyd niet. Neef Koekebakker is my komen opzoeken, ik heb moeten belooven morgen hem een bezoek te brengen te Wormerveer. Ik zend u hierby een brief, ik hoop dat je hem lezen kunt, die was geadresseerd aan ‘multatuli’ onder couvert aan de Ruyter. Hoe vind je dat? Ik ben by dien ouden man geweest, hy kuste my. Enfin dol, dol enthusiast! Maar overigens heb ik nog geen oordeel over hem. Hy wil my in den Haag in kennis brengen met personen die, volgens hem, invloed hebben. Ik geloof er niets van, maar | |
[pagina 90]
| |
ik zal zien wat het geeft. Aan geestdrift mankeert het dien ouden man niet: 68 jaar! Ik heb al weer een lateren brief van hem, na myn bezoek in Leiden, hy wil met alle geweld voor my in de bres springen, maar ik kan niet gelooven dat hy iets heeft intebrengen. Die recensie in de Indiër is goed maar flauw. Halberstadt [dit was de naam van den boven bedoelden briefschryver] die zooals hy zegt met den redacteur gelieerd is, zal zorgen dat de Indiër daarop nog eens terugkomt. Het doet my pleizier dat uwe opmerkingen over Eugenie zoo overeenkomen met de mynen. Die kalmte is komiek, en ik heb haar nooit anders gezien. Er zyn menschen wier tegenwoordigheid agitant is, maar zy is het tegendeel. Kompromitteer u echter niet. Dat zou haar niet baten en ons schaden. Als er zoo iets is kunt ge 't haar goed zeggen, ze begrypt dat heel goed. Och, die arme Non, die vervl. tandenhistorie, en myn kerel ziet ook zoo bleek, zeg je? Ik hoop over weinig dagen even thuis te komen, al was 't maar voor twee dagen om jelui te zien. Maar dat zal afhangen van 't geld dat Jan zendt. Ik wou dat dol graag. | |
[pagina 91]
| |
Dag lieve beste schat, houd u goed en kus de lieve kinderen. A propos het schynt dat Bekking in hooge ongenade is. Ik geloof dat Jan het regte niet durft zeggen, maar ik gis dat hy aangeklaagd is van knoeyery. Dag kind, ik hoop toch dat ik de zaken zoo kan schikken dat ik thuis kom, al was 't maar voor twee dagen. Het spreekt van zelf dat ik je geld zend, zoodra ik van Jan ontvang. [De heer Bekking was resident geweest (of was het toen nog) van Rembang, multatuli verdacht of beschuldigde hem direct of indirect deel te hebben in de zaken der vryarbeiders in die residentie]. |
|