Anders helpt niets. Ik moet naar Frankryk of Engeland en daar moeten zy opgewarmd worden. Maar wat ik ook doe voor alles is geld noodig. Dat is de hoofdzaak.
Lieve beste, ik hoop u morgen weer te schryven. God geef met geld. Ik zal Jan zeggen dat gy niets hebt. Wees niet knorrig dat ik zoo weinig schryf, ik hoop morgen meer. Kus de lieve kinderen. Ik ben ook verkouden. Dat komt van 't veranderlyk weer, 't is telkens te heet of te koud.
Ik wenschte dat gy niet genoodzaakt waart u by Van Vloten aantemelden om hulp. Moet gy, in godsnaam dan, maar ik wou liever zyne of hunne welwillendheid niet epuiseeren door een kleine hulp die ons over een maand weer in dezelfde positie laat. Ik wilde liever iets blyvends bedenken maar weet nog niet hoe. Dag lieve engel. Dag beste kinderen.
Je begrypt dat ik het land heb. Van Lennep komt my voor alsof hy zeggen wil: ik heb het myne gedaan! En eigenlyk heeft hy niets gedaan, want als de M.H. het aan my verstrekte geld niet dekt, dan is dat de schuld van den beroerden boekverkooper waar hy my gebragt heeft.
Ik ben om de gunst verzocht van den boekverkooper Thieme te Zutphen, die my schreef dat hy van het boek 300 ex. naar Indië zou gezonden