Brieven. Deel 2. Vervolg eerste periode 1846-1859
(1891)– Multatuli– Auteursrecht onbekend
[pagina 204]
| |||||
vroeg naar B/z. terug, en ik ga niet mede. Er is weer iets hoop. Ik kan niet laten het u te zeggen. De zaak is aldus. Ik was na myn laatsten brief, die heel verdrietig was, besloten met hem weer terug te gaan, en paarden enz. was reeds besteld. Maar op eens zeide ik eergister dat ik van besluit was veranderd en niet met hem meeging. Hy vroeg waarom? Och, zei ik, ik ben koppig van aard, ik heb my nu eens in het hoofd gesteld dat ik hier in Bandong iets zou vinden, en nu verzeg ik het om onverrigter zake hier vandaan te gaan! Hy antwoordde eerst niet maar gister was hy een beetje handelbaarder. Na lang praten bestaat er nu een half of kwart accoord. Het is nog zeer vague doch ik blyf nu in allen gevalle nog wat hier, want ik wil eens spreken met Phlippeau die hier is, en bovendien het kon zyn dat van Son zich alleen handelbaarder toonde om my van hier te lokken om hem niet in den weg te zitten. Ik moet van avond met hem praten en daarom schryf ik kort. Uw briefje van vrydag heb ik ontvangen. Ja ge moet van Batavia af. Liefst naar Gadok, maar gy kunt te B/zorg uitrusten. Domme meid, de post te Batavia is:
| |||||
[pagina 205]
| |||||
Gy ontvangt dit schryven Dingsdag en kunt my schryven Woensdag. Als ik klaar raak zal ik veel te tobben hebben met geld in den beginne, maar er is hier veel moois: rozen, dahlia's, lief huis, goed bad, gezond klimaat en prachtige omstreken. Ik zie u in gedachten al hier met Edu. God gaf het. Waarschynlyk ga ik over een week van hier. Ik moet eenige kennissen maken na het vertrek van van Son. Hy is met ieder gebrouilleerd en dat is my tot nog toe hinderlyk geweest omdat ik by hem logeer. Ik heb een paard gekocht voor f 60. Heel jong; het is een schek, je weet wel. Edu zou hier wat kunnen wandelen en ik zou hem leeren klimmen tegen hoogten. Maar in de molen mag hy niet komen, daar moet een afsluiting gemaakt. Er is hier een bad in huis. Je kunt zoo uit je slaapkamer een stortbad nemen. Eigenlyk moest ik je niet hierover schryven. Als het nu weer misloopt is het zoo bitter. Maar in godsnaam verheug u dan maar al is 't voor een paar dagen. Jammer dat van Son zoo lang tyd van bedenken heeft. Intusschen kyk ik hier eens goed rond. Het minste was my goed genoeg, al was 't een aardappeltuin. De hoofdzaak was hy wou geld | |||||
[pagina 206]
| |||||
hebben. Nu is er kwestie van een jaar huren en op 1o 1857 koopen contant. Als ik hier eerst in ben als huurder heb ik meer kans op geld over een jaar, want dan ben ik in connexie met huizen op Batavia. De huur zou hoog zyn, maar toch niet zóó of ik zou er mee vooruit komen. De zaak is mooi. Als ik slaag zou ik de meubels trachten over tenemen dan is daarmede geen soessah. Ik geloof wel dat hy er te duur mee is, maar ik neem met alles genoegen als ik maar klaar raak. Dag beste lieve Tine. Uw briefje was heel lief. Ik verlang dol naar u. Geef die kwade Edu drie harde klappen en een zoen. |
|