| |
| |
| |
Hoofdstuk XVIII
|
achttiende hoofdstuk < [ontbreekt] Ma
Zestiende Hoofdstuk, [streep] Mb
achttiende hoofdstuk. D1-D4 |
1 |
't Was < Het was Ma, D4
Vervolg van het opstel van Stern. Het was Mb
(Vervolg van het opstel van Stern.) Het was D1-D3 |
1 |
de < zijne M-D3 |
3 |
naar de Havelaars te willen begeven <
te willen begeven naar de Havelaars M
te willen begeven naar de Havelaar's D1-D3 |
6 |
verzekerd had < had verzekerd M-D3 |
6 |
naar-buiten was teruggegaan < was teruggegaan naar buiten M-D3 |
7 |
langs het grasveld < het grasveld langs M-D4 |
9-10 |
om haar niet te doen meenen < opdat zij niet meenen zoude M-D3
opdat ze niet meenen zou D4 |
10 |
een weinigje gezag < het gezag M-D3
dat weinigje gezag D4 |
12 |
u < gij M-D3
ge D4 |
14 |
kon zyn < is M-D3 |
16 |
vertoonde zich < was M-D3 |
16 |
op < in M-D3 |
19 |
is er < is M-D3 |
21 |
eens ronduit < eens M-D3 |
25 |
op verklaring aan < aan op verklaring M-D3 |
24-25 |
ten-huize van het distriktshoofd te Parang-Koedjang vergiftigd was <
vergiftigd was te Parang-Koedjang, ten huize van het distriktshoofd Ma
vergiftigd was te P(... )ng-K(... )ng, ten huize van het distriktshoofd Mb
vergiftigd was te P... K... ng, ten huize van het Distriktshoofd D1-D3
te Parang-Koedjang ten-huize van 't distrikthoofd vergiftigd was D4 |
| |
| |
27 |
mishandeling < onderdrukking M-D3 |
30 |
Dit < Dat M-D3 |
31 |
liggen.149 liggen. M-D3
liggen. D4 |
32 |
telkens < gedurig M-D3 |
35 |
by de Regeering wilde aanklagen < wilde aanklagen bij de regering M
wilde aanklagen bij de Regering D1-D3 |
36 |
an de < der M-D4 |
37-38 |
dat hy, als er geen verbetering kwam vóór 't einde des jaars, <
dat als er geene verbetering kwam vóór het einde des jaars hij M
dat als er geene verbetering kwam vóór het einde des jaars, hij D1-D3
dat, indien er geen verbetering kwam vóór 't einde des jaars, hy D4 |
38 |
rechtstreeks wenden zou < wenden zoude regtstreeks Ma1
regtstreeks wenden zoude Ma2-D3 |
41 |
in deerniswaarden toestand te-huis gebracht <
te huis gebragt in deerniswaarden toestand M-D3 |
46 |
maar < doch Ma1
maar Ma2 |
46 |
hy < deze Ma1
hij Ma2 |
46 |
omdat < wijl M-D3 |
48 |
ik wegens myn toestand < ik M-D3 |
50-51 |
even als myn echtgenoot u verzet tegen de misbruiken die hier heerschen, <
u verzet tegen de misbruiken die hier heerschen, even als mijn echtgenoot, Ma1
even als mijn echtgenoot, u verzet tegen de misbruiken die hier heerschen, Ma2-D4 |
52 |
dit alles voor u willen verbergen < u dit alles niet willen zeggen Ma1
dit alles voor u willen verbergen Ma2 |
53 |
tuin en erf < het erf M-D3
't erf D4 |
55 |
Nu werd het Tine duidelyk < Het werd nu duidelijk aan Tine M
Het werd nu duidelijk aan Tine D1-D3 |
| |
| |
60 |
hy < hij den volgenden dag M-D3 |
60 |
deze < die M-D3 |
61 |
der vermoedens < van het vermoeden M-D4 |
61 |
van de < der M-D4 |
64 |
achtslaan < acht geven M-D3
acht-slaan D4 |
66 |
als < wanneer Ma1
als Ma2 |
67 |
de opvatting van 't begrip < het begrip van het denkbeeld M-D3
het begrip van 't denkbeeld D4 |
67-68 |
gezondheid, vooral in de oogen van niet-geneeskundigen, zeer onderwerpelyk is - <
gezondheid zeer onderwerpelij k is vooral in de oogen van nietgeneeskundigen, M
gezondheid zeer onderwerpelijk is, vooral in de oogen van nietgeneeskundigen, D1-D3
gezondheid, vooral in de oogen van nietgeneeskundigen zeer onderwerpelyk is - D4 |
77 |
den tyd niet < niet den tijd M-D4 |
83 |
m'nheer < de heer M-D3 |
88 |
zooals < als M-D4 |
88-91 |
u, m'nheer Havelaar, en... en...
Welnu? Ga voort?
- Ik ben overtuigd dat hy... zou vergiftigd geworden zyn <
gij,... en hij zoude zeker vergiftigd geworden zijn, M
gij:... en hij zoude zeker vergiftigd geworden zijn, D1-D3
u, en... en... en...
- Welnu? Ga voort!
- Ik ben overtuigd dat hy... zou vergiftigd geworden zyn, D4 |
94 |
die woorden < dat gezegde M-D4 |
94 |
opgeschreven. Zyn verklaring < opgeschreven,... het M-D3
opgeschreven: het D4 |
95 |
my!149 < mij. M-D3
my! D4 |
| |
| |
101 |
je < ge M-D3 |
102 |
my149 < mij. M-D3
my! D4 |
103 |
je < gij M-D3 |
103 |
antwoorden < te antwoorden Ma
antwoorden Mb |
103-104 |
vraag, maar je zei < vraag. Gij zeidet M-D3 |
104 |
dat je < dat gij M-D3 |
105 |
was < waart M-D3 |
105 |
van je < uwer M-D3 |
105 |
te < op M-D3 |
105 |
Batavia, niet waar? < Batavia,... M-D3 |
105 |
Ligt dáárin misschien < is dàt M-D3 |
106 |
van je < uwer M-D3 |
106 |
de grond van < van M-D3 |
109 |
my!149 < mij. M-D3
my! D4 |
110 |
nu weet ik < ik weet M-D3 |
111-112 |
met byzondere innigheid kuste < kuste met bijzondere innigheid M-D3 |
114 |
heb je < heb u M-D3 |
114 |
dat je < dat gij M-D3 |
115 |
ging < gingt M-D3 |
121 |
neussnuiten < neussnuiting D3 |
| |
| |
123-124 |
eenigszins de omstandigheden heb geschetst, waarin dit stuk geschreven werd, <
de omstandigheden waarin die brief geschreven werd eenigzins heb geschetst M
de omstandigheden, waarin die brief geschreven werd, eenigzins heb geschetst, D1-D3
de omstandigheden waarin dit stuk geschreven werd, eenigszins heb geschetst, D4 |
124-125 |
op de kordate plichtsvervulling te wyzen <
te wijzen op de kordate pligtsvervulling M-D3 |
125 |
daarin doorstraalt < er doorstraalt in dat stuk M-D3 |
128 |
daarby < bij dat alles M-D3 |
128 |
zyn omzichtigheid te doen opmerken <
te doen opmerken zijne omzigtigheid M
zijne omzigtigheid te doen opmerken D1-D3 |
131-132 |
van zyn voorganger < zijns voorgangers M-D4 |
133-134 |
gemaakt. Maar < gemaakt; maar; zoo als ik reeds zeide, M
gemaakt; maar, zooals ik reeds zeide, D1-D3
gemaakt. Maar, zooals ik reeds zeide, D4 |
134 |
hiertoe < daartoe M-D3 |
134 |
gelaten.152 < gelaten. M-D4
gelaten.152 D4a |
138 |
Van den goeden smaak myner lezers verwacht ik <
Ik verwacht van den goeden smaak mijner lezers M-D4 |
140 |
1856 < 1859 Ma1
1856 Ma2
18(..) Mb
18.. D1-D3 |
145 |
kwyten < kweten M-D3 |
146-147 |
dergelyke.153 < dergelijke. M-D4
dergelyke.153 D4a |
149 |
liet < deed M-D4 |
150 |
en < of M-D3 |
| |
| |
173-174 |
Adhipatti Karta Natta Negara,* < Adhipatti... ... ... . M-D3
Adhipatti Natta Karta Nagara, D4* |
184 |
wyze < wijzen M-D3
wyze D4 |
201-202 |
door het schryven van dezen brief volbreng <
volbreng door het schrijven van dezen brief M-D3 |
207 |
max < Max Ma
w.g. Max Mb
Wasget. max D1-D2d
(Was get.) max D3 |
208-209 |
Bantam? O neen < Bantam?... neen Ma
B(... )?... neen Mb
B...?... neen D1-D3 Bantam? O, neen D4 |
210 |
Dit < Dat M-D3 |
211 |
in Nederlandsch-Indie wordt uitgeoefend <
wordt uitgeoefend in nederlandsch-Indië M
wordt uitgeoefend in Nederlandsch-Indië D1-D3 |
214 |
op < tot M-D3 |
217 |
liggen,149* < liggen, M-D4 |
218-219 |
Lebak... ik plaats hèm en den resident van Bantam, Havelaar <
Lebak,... ik leg Havelaar Ma
Leb( ),... ik leg Havelaar Mb
Leb...,... ik leg Havelaar D1-D3
Lebak... ik leg hèm en den Resident van Bantam, Havelaar D4 |
222 |
op < aan M-D4 |
223 |
van < uit M-D3 |
225 |
tamelyk goede < goede M-D3 |
216 |
matig < weinig M-D3 |
227 |
zyn < wezen M-D3 |
227 |
aan de firma verplicht te wezen < dat ik aan de firma verpligt was M-D3 |
230-231 |
onlangs heel duidelyk < onlangs M-D4 |
| |
| |
232 |
iets stuitends < eene soort van beleediging M-D3
een soort van beleediging D4 |
233 |
omdat < daar M-D4 |
234 |
't my < mij die M-D3 |
236 |
Makelaar in Koffi van de Lauriergracht, <
van de lauriergracht, makelaar in koffij, M
van de Lauriergracht, Makelaar in koffij, D1-D3
van de Lauriergracht, Makelaar in Koffie, D4 |
237 |
onlangs < laatst M-D |
238 |
wilde te doen hebben met zyn vrouw <
met zijne vrouw wilde te doen hebben M-D3 |
238 |
Maar < Doch M-D3 |
240 |
ik moest maar < maar ik kon M-D3 |
243 |
zoo op alles < op alles zoo M-D3 |
243 |
Dit < Dat M-D3 |
246 |
rond. Nu, veel < rond; veel M
rond. Veel D1-D3 |
249 |
het < den M-D4 |
255-256 |
Schrift - hy zegt dat Eva tweemaal ter-wereld kwam... de man is gek! nu, alles was <
Schrift, alle M-D4 |
260 |
God. Ik < God, en ik M-D3 |
260 |
er < daar M-D3 |
262 |
tafel < de tafel M-D4 |
262-263 |
een paar half-afgewerkte kinderkousjes in <
in een paar halfafgewerkte kinderkousjes M-D3 |
263 |
en een < een M-D4 |
263 |
verzen. Ook < verzen, en M-D4 |
265 |
alsof < of M-D3 |
| |
| |
265 |
hem < die M-D3 |
270 |
de menschlievende bedoeling die < het menschlievend voornemen dat M
et menschlievend voornemen, dat D1-D3
de menschlievende bedoelingen die D4 |
270 |
voerde < voerden D4 |
274 |
vingerwyzingen < vingerwenken M-D4 |
275 |
Heer, en dit < Heer, dit M
Heer: dit D1-D3 |
275 |
in de zaken gedaan < gedaan in de zaken M-D3 |
284 |
toestand < lot M-D4 |
284 |
hoewel < schoon M-D4 |
285 |
daar < wijl M-D3 |
286 |
de heele < hare M-D3 |
287 |
misschien de < de M-D3 |
288-289 |
ware schande < schande M-D3 |
291 |
dien < den D1 |
293 |
deze < die M-D3 |
293 |
zeker weer < zeker M-D3 |
293 |
't < een M-D3 |
294 |
nogmaals < weêr M-D3 |
295 |
maar < nog M-D3 |
296-297 |
op-straat, en we kunnen op 't oogenblik geen bediende missen, omdat er zooveel by ons omgaat. <
op straat. M-D3
op-straat, en we kunnen op 't oogenblik geen bediende missen omdat er zooveel by ons omgaat. D4 |
298 |
zal wel < zal M-D4 |
298 |
zyn < wezen M-D4 |
| |
| |
300 |
dingen < zaken M-D3 |
303 |
al zoo dikwyls < reeds lang M-D3 |
306 |
op-eens weer < op eens M-D3
op-eens D4 |
307 |
van veel < van M-D3 |
307 |
en < en die M-D3 |
309 |
van myn < mijner M-D3 |
314 |
dit < u dit M-D3 |
315 |
zoo uitvoerig < zoo M-D3 |
315 |
nauw < een naauw M-D3 |
317-318 |
zeker weer < zeker M-D3 |
330 |
te guur < guur M-D3 |
334 |
gezien, en < gezien. Ik M-D3 |
334-335 |
maakte terstond < maakte M-D3 |
336 |
had terdeeg < had M-D4 |
336 |
gepast, < gepast; dat bleek, Ma
gepast; dat bleek; Mb
gepast, dat bleek; D1-D3
gepast, dit bleek, D4 |
337 |
en < had M-D3 |
337 |
te < in M-D3 |
339 |
net < even M-D3 |
341 |
dáárop het gesprek < het gesprek dáárop M-D3 |
343 |
al die < die M-D3 |
344 |
over < van M-D3 |
345 |
hem < dien M-D3 |
345-346 |
verzekerde my < zeide M-D3 |
| |
| |
346 |
dien man < hem M-D3 |
347 |
hy was een zeer ontevreden persoon <
dat die Sjaalman eene zeer ontevredene persoon was M-D3 |
347 |
die altyd < die M-D3 |
347 |
aanmerking < aanmerkingen M-D3 |
348 |
terwyl < en dat M-D |
348 |
zyn < diens M-D3 |
349 |
die dan < die M-D3 |
349 |
by < te huis bij M-D3
thuis by D4 |
351 |
uit den brief dien ik gelezen had, zoo juist wist <
zoo juist wist uit den brief dien ik gelezen had Ma1
zoo juist wist uit den brief dien ik gelezen had, Ma2-D3 |
352 |
al die < die M-D3 |
352 |
beschuldigingen < beschuldiging M-D3 |
352 |
waren < was M-D3 |
352-355 |
deed het me groot genoegen, te zien dat ik de zaken zoo goed beoordeeld had, en was ik zeer tevreden met myzelf. Ik ben hiervoor dan ook bekend by myn pilaar... dat ik altyd zoo juist oordeel, meen ik. <
maakte dit mij zeer te vreden met mij zelven, want het is altijd een genoegen te zien dat men de zaken zoo juist beoordeelt. Ik ben hiervoor dan ook bekend bij mijne pilaar. Ma1
deed het mij genoegen te zien dat ik de zaken zoo goed beoordeeld had, en was zeer tevreden met mij zelf. Ik ben hier voor dan ook bekend bij mijn pilaar, - dat ik zoo Ma2
deed het mij genoegen te zien dat ik de zaken zoo goed beoordeeld had, en was zeer tevreden met mij zelf. Ik ben hier voor dan ook bekend bij mijn pilaar, - dat ik altijd zoo juist oordeel, meen ik. Ma3
deed het mij genoegen te zien, dat ik de zaken zoo goed beoordeeld had, en was zeer tevreden met mij zelf. Ik ben hiervoor dan ook bekend bij mijn pilaar - dat ik altijd zoo juist oordeel, meen ik. D1-D3
deed het me groot genoegen te zien dat ik de zaken zoo goed beoordeeld had, en was zeer tevreden met myzelf. Ik ben hiervoor dan ook bekend by myn pilaar... dat ik altyd zoo juist oordeel, meen ik. D4 |
361 |
is wel < is M-D3 |
| |
| |
362 |
dat < dit D4 |
364 |
omdat < want dat M-D3 |
365 |
Hoofden < hoofden allen M
Hoofden allen D1-D3 |
365-366 |
resident die goed voor hen geweest is <
resident Ma
Resident Mb-D3
Resident die goed voor hen geweest is D4 |
366 |
het < dit M-D4 |
369 |
die < de D4 |
370 |
en dat < dat M-D3 |
372 |
m'nheer Sjaalman < Sjaalman M-D4 |
374 |
heel < zeer M-D3 |
374 |
en nog altyd < en die M-D3
en D4 |
375 |
moeten maken < maken M-D4 |
383 |
altyd < altyd by-voorkeur D4 |
387 |
mensch was, en vooral zulk een trouw vriend <
mensch en vooral zulk een trouw vriend was M
mensch, en vooral zulk een trouw vriend was, D1-D3 |
388 |
hadden. Want < hadden in Amsterdam, want M
hadden; want D1-D3 |
391 |
1846 < 1845 Ma
18(..) Mb
18.. D1-D3 |
391-392 |
gedaan door te bepalen dat men maar altyd zou voortgaan met het koopen van zyn thee <
gedaan M-D3
gedaan door te bepalen dat men maar altyd voort zou gaan met het koopen van zyn thee D4 |
392 |
riep hy uit < ging hij voort M-D3 |
394 |
nu < thans M-D3 |
| |
| |
396 |
best begrypen < begrijpen M-D4 |
397 |
in de < de M-D3 |
400 |
wezens < personen M-D3 |
400 |
zoo'n < die M-D3 |
402-403 |
maken. 't Zyn beste menschen, en toch deftig van belang! < maken. M-D4 |
404 |
te < in M-D3 |
404 |
begrepen < wisten M-D3 |
404-405 |
beteekenen moest < beduidde M-D3 |
405 |
duidelyk < klaar M-D4 |
406 |
de < het D4 |
410 |
gezegd hebben < zeggen M-D3 |
410-411 |
rytuigen tegelyk < rijtuigen M-D4 |
411 |
gemakkelyk < ligt M-D3 |
414 |
alweer < weêr M-D3 |
415-416 |
in den wagen van 't rooie vest, meen ik - < het roode vest, meen ik, - M
het roode vest, meen ik - D1-D3
het rooie vest meen ik - D4 |
416 |
gele rytuig < rijtuig M-D4 |
419 |
modder rechts en links < modder M-D3 |
422-423 |
spatten. Ik ben zelden prettiger uit geweest, en myn vrouw vond het ook. <
spatten. M-D3 |
|
|