Ideën VI
(1878)– Multatuli– Auteursrechtvrij
[pagina 106]
| |
met onzen Wouter tot-nog-toe 't geval was - slechts te doen hebben met 'n betrekkelyk gering aantal gegevens. Hoe weinig ook in getal, hoe onaanzienlyk in schynbare beteekenis en strekking, by gunstige ontwikkeling bevatten zy ruimte en stof tot het veroorzaken van billioenen gebeurlykheden.
Is 't dus wonderlyk, of zelfs vreemd, dat nu-en-dan 'n paar daarvan, ja... drie, vier, of al waren 't méér, in één vakje vielen? Dat ze zich samendrongen in 't verloop van slechts 'n halve week?
De onbeduidendheid die tot-nog-toe het doorgaand kenmerk was geweest van z'n levensloopje, had recht op wat rust. En, omgekeerd, het vreemde drong aan op verevening van achterstand.
Toch misschien lag niet in deze behoefte aan herstel van evenwicht alleen, de oorzaak van de serie der gebeurtenissen die Wouter's leven beroerden gedurende de laatste halfweek zyner ambteloosheid tusschen twee ‘handels’ in.
Een tweede verklaring namelyk van 't hier bedoeld samenscholen der aandoeningen - onverspreide hagelkorrels die zich vereenigen tot kogel! - kan getrokken worden uit de homogeniteit van de gegevens.
We dachten zoo-even alle by-oorzaken die de wiskunstige zuiverheid der kans konden vervalschen, gemakshalve weg. En by behandeling van 'n rekenkunstig vraagstuk zou dit wegdenken dan ook geoorloofd zyn.
Maar op 't bonte levensveld bestaat nauwe verwantschap tusschen planten die naast elkaar opschieten uit denzelfden grond, en dus wel genoodzaakt zyn zich te voeden met gedeeltelyk dezelfde stoffen.
De geworpen ballen hebben wel degelyk reden om méér keeren in één vakje te vallen dan de nuchter-arithmetische kans meebrengt.
Al ontsnappen òns, menschen, zoo menigmaal de preuves van oorzakelyke verwantschap, toch bestaan ze. De natuur der dingen is 'n korrekte boekhoudster, en zou volkomen instaat zyn...
Wanneer 't stomme ding by-machte was zich anders uittedrukken dan door feiten.
Wanneer het alles beheerschende - maar onmachtige! - | |
[pagina 107]
| |
ding tot iets in-staat was!
...ze zou ons de kleine postjes kunnen aanwyzen en voorrekenen, die - even dapper als de ons bekende zoogenaamd-groote! - hebben meegewerkt aan 't voortbrengen van het Saldo dat, alleen dáárom ons zoo verbaasde, omdat wyzelf... zeer slordige boekhouders zyn.
Indien wy de kansen beheerschten, kreeg gewis niet ieder haar bescheiden deel. |
|