zoud-i zich misschien betrapt
hebben op den hoogstonzedelyken wensch: och, wanneer toch zal ik
‘groot’ zyn, en bekwaam genoeg om zóó te liegen!
Een geheel anderen indruk evenwel ving-i by de Holsma's op, schoon
ook daar 't genoegen dat-i smaakte, geenszins onverdeeld was. Wel gelukte het
hem zich op den in dat huis doorgebrachten zondag iets minder houterig
aantestellen dan den vorigen keer, maar telkens bleek er dat de behandelde
onderwerpen z'n kennis te-boven gingen, en tevens dat de daar gebruikelyke
luchtige vrye toon nog altyd boven z'n bereik was.
In dit laatste opzicht was-i door z'n schuwheid bewaard gebleven
voor... erger dan niet te kunnen ‘meedoen.’ Hy onthield zich van 't
belachelyk pogen.
Het dansen niet verstaande, had-i geen bokkesprongen gemaakt, en hy
was dus niet op z'n neus gevallen.