Ideën IV
(1877)– Multatuli– Auteursrechtvrij
[pagina 235]
| |
zeer verbasterd is als 't begrip ‘staatkunde’ zelf. Dit is myn schuld niet.
Wie evenwel aan m'n werken zekere aandacht besteedt, niet àl te onevenredig met de inspanning die ik aan 't schryven ten-koste leg, zal me begrypen. En zelfs voor anderen heb ik 'n hulpmiddel gereed, dat wel niet m'n stelling bewyst, doch volkomen geschikt is om dit bewys overbodig te maken, daar 't zekeren indruk te-weeg brengt die weldra op 'n eigengemaakte bewysvoering zal uitloopen. (269)
Men leze met aandacht de Geschiedenis, en geve acht op de personen die door hun individualiteit daarop 'n overwegenden invloed uitoefenden. De geestesstemming die 't noodzakelyk gevolg is van deze studie, maakt alle verdere vereering van thorbecke als staatsman, tot 'n onmogelykheid.Even als na 't ‘hersteld!’ van den bioloog, zullen velen verbaasd staan dat ze voor iets klassieks hebben aangenomen, wat ter-nauwernood aandacht verdiende onder de verschynsels van den dag, en dus met het oog op de dringende behoeften aan wat beters, in 't geheel niet had behooren te worden opgemerkt.
Maar de gewone bioloog laat z'n sujetten gedurende de bedwelming geen acceptaties teekenen. Dit heeft men de natie wèl laten doen, en de natuur der dingen zal ter-zyner-tyd aandringen op betaling. Ga naar voetnoot* De mogelykheid dat 'n forsche individualiteit - iemand dien men inderdaad 'n groot man zou kunnen noemen - de dreigende katastrofe bezweert, is afgesneden. De zeer weinigen die in-staat zouden zyn behoorlyk te antwoorden op 't vae victis dat op ons aanrukt, werden juist dóór de thorbecksche zoogenaamde beginselen, buiten de wet geplaatst. Brennus kan gerust z'n gang gaan: de Camillussen zyn van honk gejaagd! In-plaats daarvan hebben wy ‘kiesdistrikkies’ en 'n tal van provinciale beroemdhedens, die wel zorg zullen dragen dat er vleesch genoeg in 't land blyft om de Pruisische Landwehr te onthalen.
By de eerste kommotie in Europa, worden wij ingelyfd.
Dit had de ‘staatsman’ thorbecke moeten voorzien en beletten, of... weerstreven althans. Dàt ware z'n staatsmans- | |
[pagina 236]
| |
taak geweest, z'n roeping, z'n plicht!
In-plaats daarvan...
Zie, staat het overige der geschiedenis dezer dingen niet geschreven in het boek der... grafschriftjes?
Nederland zal ondergaan aan bovenmatig gebruik van gewoonheid, Men heeft het gewild!
Zou daartegen op dit oogenblik nog iets te doen zyn? Thans, na 'n kwart-eeuw versnippering van kracht? Na dat knotten van al wat uitsteekt? Na 't stelselmatig smoren van elke individualiteit? Na 't ontmannen van alles wat veerkracht had? Na 't van de baan dringen der weinigen - juist die weinigen hadden we noodig! - die niet pasten in 't bekrompen kadertje van de ‘thorbecksche’ beginselen?
Is er nog redding mogelyk?
Dit weet ik niet!
Maar wèl weet ik, dat alle redding ònmogelyk is, zoolang wy geregeerd worden door 'n Volksvertegenwoordiging, als waarmee die ‘beginselen’ ons arm landje hebben opgescheept.
Weg met de Kamers!
En dan?
Gesteld dat ik niet wist te antwoorden op deze vraag, erger dan thans kan 't nooit worden. Ook dàn nog: Weg met de Kamers!
En dan?
Gy, hy, zy, het, voorloopig aan 't hoofd... wie of wat ge wilt, maar: weg met de Kamers!
En dan?
Ik ben gereed tot antwoord op die vraag - o, sedert jaren reeds! - doch de natie is niet gereed m'n antwoord nuttig te gebruiken. Voor heden dit alleen: weg met de Kamers!
Lezer, ik vraag u in-gemoede, hebt gy ooit iemand hooren party-trekken voor onze Volksvertegenwoordiging? Zaagt ge ooit een Kollegie, een Vergadering, een Autoriteit, zoo algemeen eenstemmig geminacht als dat rechtstreeks uitvloeisel van de staatsmanschap die men den armen thorbecke heeft aangewreven? Ik begin medelyden met hem te krygen, als | |
[pagina 237]
| |
ik bedenk hoezeer hyzelf te lyden had onder z'n eigen werk. De oude geschiedenis van Phalaris en den gloeienden stier!
By de eerste kommotie in Europa, worden wy ingelyfd.
Hierover bestaat in 't Buitenland niet de minste twyfel. En in Nederland zelf durven slechts weinigen dien twyfel voorwenden. M'n verdriet over 't achterblyven van den politischen Rundschau dien ik had willen leveren, valt weg by de smart over deze hoofdwaarheid. Het doet er niet meer toe, dat de voedingsmiddelen slecht, duur en zelfs voor velen onverkrygbaar zyn, dat leger en marine zich in onvoldoenden toestand bevinden, dat de handel van geheel Nederland achterstaat by dien van de stad Hamburg alleen, dat het onderwys gebrekkig is, dat ons gezag in Indie stuiptrekt, dat litteratuur, kunst en wetenschap beneden peil staan, dat het publiek rechtsgevoel ten-eene-male ondermynd is... dit alles lost zich op in de ééne schrikmaar:
By de eerste kommotie in Europa, worden wy ingelyfd.
Is het gevaar nog te bezweren?
Misschien! Wie weet? Ja!
Maar vóór alles: weg met de Kamers! Ga naar margenoot# |
|