Ideën IV
(1877)– Multatuli– Auteursrechtvrij937.Zeg nu eens, de geyter, dat ik geen raad aanneem! Wat al nummertjes om ‘uittepikken!’
En nu weer à nos moutons.
In die Havelaarszaak was geen plaats voor 't subtielste spitsvondigheidje van kazuistiek. Wy weten nu eenmaal dat wat den een verkeerd voorkomt, in sommige gevallen den ander kan geoorloofd schynen. Wie alzoo niet beter wist, zou kunnen meenen dat ik, met m'n zeer byzondere begrippen over zedelykheid, me gestuit voelde door zaken, die òf niet laakbaar waren, òf waarvan ik 't laakbare te hoog had opgenomen. Een derde mogelykheid ware geweest, dat men - met behulp van ‘principes’ dan - een van deze meeningen had voorgewend.
Niets hiervan!
De zaak kwam neer op diefstal, roof en moord, onder oogluiking en met behulp van de autoriteit. En nu heb ik nog niet het voornaamste genoemd. Het voornaaamste is, dat dit alles was geworden:regeerings-systeem, 'n principe dus. Zie boven.
Nu ben ik zoo vry te gelooven, dat er geen ekonomische, politische of wysgeerige ‘scholen’ zyn, die in zulken toestand geen kwaad zien, en dat ik alzoo in m'n nadrukkelyke afkeuring daarvan, niet de minste excentriciteit beging.
Eenigszins minder gewoon was 't zeker, dat ik aan deze afkeuring door woord en daad lucht gaf, en ten-laatste m'n ontslag nam om niet medeplichtig te zyn. Wilt ge nu eens hooren, hoe deze handeling onlangs werd gekwalificeerd door 'n modernen dominee? Ga naar margenoot# |
|