Ideën III
(1876)– Multatuli– Auteursrechtvrij842.Nu weet ik wel dat scholen 'n noodzakelyk kwaad zyn. (15) Het is materieel onmogelyk dat 'n onderwyzer by elken leerling de opportuniteit beoordeelt. Hy heeft den tyd niet, zich te onthouden van onbescheidenheid, en is wel genoodzaakt historie optedringen - en wèlke historie! - waar misschien behoefte was aan... Neen, Historie altyd! Maar in 's hemels naam àndere geschiedenis, àndere romans, àndere beweging, dan er voor den knaap te halen is uit de Geschiedenis zooals die geleeraard wordt! Als kriterium van gepastheid sla ik voor - we zyn nu eenmaal in de buurt van frenologie - te letten op de receptiviteit. En men behoeft daartoe de kinderen niet by 't hoofd te vatten. Als by de slinger-geschiedenis, kan de gepastheid van 't schouwspel worden afgemeten naar de aandacht der toeschouwers. Er is voor 'n kind niets ònbelangrykers dan de Wereldgeschiedenis met haar volksverhuizingen, dynastien, Assyrische ryken, Westfaalsche vredes, en Smalkaldische Verbonden. Men leert de Geschiedenis niet waardeeren, voor men eenigszins beseft hoe gebrekkig ze geschreven werd. Er komt 'n tyd - tenzy de nieuwe bosse met den langen naam de overhand nam - dat we méér willen weten dan beschreven staat, méér begrypen dan schryvers ons ophelderen. Deze nieuwe behoefte vordert arbeid, en deze arbeid brengt 'n gelyksoortig genot mee, als ons dertig, veertig | |
[pagina 262]
| |
jaar vroeger die pendule verschafte.
Het heen-en-weer slingeren van dynastien is als zoodanig, den knaap te eentonig geworden. ‘Huis van Holland... tik, tik... lieve god, dat weet ik al! Rechts geweest, midden geworden - tal van dooie punten! - links aangekomen in 't huis van... tik, tik... van de Arsaciden, geloof ik... 't scheelt me niet!’
De knaap staat alzoo boven 't eentonig gewawel dat men voor historie uitgeeft, maar beneden de wysbegeerte die haar tot 'n leerschool maken zou als we haar beter kenden, tot 'n oefenschool althans zoodra wy, zoo heel weinig wetende, behoefte beginnen te voelen aan méér. |
|