681.
Ieder die 't ambacht van frazen-maken goed verstaat, schynt
te meenen dat dit kunstje hoofdzaak is, en dat de te behandelen
feiten of denkbeelden slechts van bykomend belang zyn. In 't
vervolg op m'n beschouwingen over publieke voordrachten zal ik hierop
terugkomen.
De hoorder of lezer maakt weldra geen onderscheid tusschen de
eigenlyke res gestae, en de sedert eeuwen ingesmokkelde versieringen.
Kritiek vordert arbeid, en arbeid schuwt men. Zoo wordt het oordeel hoe-langer
hoe-meer vervalscht, en 't slot is - wat ook jezus zelf ondervond -
dat men ieder vervolgt als 'n verrader, die 't schoolmasker wil afrukken,
waarmee Geschiedenis, eer, gezond oordeel, volksheil, onkenbaar werden
gemaakt.