Ideën III
(1876)– Multatuli– Auteursrechtvrij
[pagina 24]
| |
de mensch. Misschien wel omdat ze langer leeft, en dus, zonder veel gelegenheid tot Vrye Studie, meer tyd heeft tot afdwalen. Nooit stapelde één persoon zooveel zotterny of misdaad - 'tzelfde alweer - op elkander, als ons genus. We hebben heksen en ketters verbrand - ik meen u niet, m'nheeren! - we hebben den toren van Babel gebouwd, of, wat nog zotter was, we hebben dien willen bouwen. We hebben oorlog gevoerd. We hebben keurslyven, beloonde deugd en inkomende-rechten uitgevonden. We liegen dagelyks. We verstaan elkander niet... 'n natuurlyk gevolg van 't niet afwerken van dien toren. We zoeken deugd in gewoonte, en maken van gewoonten onze deugd. We verdraaien ons verstand, en pochen er op tegen-over de andere dieren, die te bescheien zyn om ons tegen te spreken. We verachten ons eigen ras, zoodra we exemplaren ontmoeten, die anders dwalen dan wy. We zyn verkwistend met de duurste zaak van de wereld, daar wy onze rede weggeven om-niet, en gierig zyn we met 't goedkoopste, wy die ten-eeuwigen-dage de waarheid in 'n put verbergen. We hebben ‘de rechten’ en malle boeken, staatkundige partyen, cylinderhoeden en theologie uitgevonden, en nog veel zotterny meer. Welk individu heeft zoo'n zondenregister? Welnu, al die pekelzondjes had de mensheid kunnen vermyden, indien ze zich op Vrye Studie had toegelegd, door 't indringen in de wetten van het zyn. |
|