len beheerscht, meent dat streven te
kunnen nalaten. Le désir de paraître habile, empêche
souvent de le devenir, heeft larochefoucauld gezegd, en ik geloof daarby te
mogen voegen, dat niets meer de onkunde in de hand werkt, dan de meening dat
men niet onkundig is. 'n Andere spreekwys die de franschen bezigen om zekere
zelfgenoegzame verwaandheid te schetsen, is begrepen in de woorden:
ça ne doute de rien! Juist!Aan niets twyfelen is 't zekerste
middel om nooit iets te weten. Wie niet vertrekt, zal niet aankomen. Wie niet
streeft, zal niet bereiken. Wie niet zoekt, zal niet vinden.
Verre zy 't van my, te beweren dat ook 't omgekeerde waar is. Niet
ieder die zich op-reis begeeft, zal z'n doel bereiken. Niet elk streven wordt
bekroond. Niet ieder die waarheid zoekt, zal de waarheid veroveren. Doch
niets doen, niet streven, is in-stryd met de geheele Natuur.
Niets doen, niet bewegen, is verkrachting van ons zyn, dat
uit beweging bestaat. 't Is miskenning van onze roeping, die stryd wil ter
verovering van het onbekende. Niet streven naar waarheid is de
eigenlyke, alleen strafbare, alleen verfoeielyke zedeloosheid!