Ideën II
(1880)– Multatuli– Auteursrechtvrij511.Op de scholen worden by-voorkeur dingen onderwezen die de taak der onderwyzers bepalen tot het ‘overhooren’ van lessen, of 't keuren van ‘schriften.’ Als voorzitter eener kommissie van onderwys, heb ik daarop nauwkeurig gelet, en ik herinner me kurieuze staaltjes van die waarheid. Zekere school was beroemd om de historie-vastheid der leerlingen, en 't schoonschryven en teekenen. Ik erken dan ook, teekeningen van discipelen dier school gezien te hebben, welke moeielyk te onderscheiden waren van staalgravures. | |
[pagina 209]
| |
Eens op 'n examen lag de Geschiedenis aan de beurt. De onderwyzer had me een boekje ter-hand gesteld ‘waarin ze gewerkt hadden.’ Zoo was de term. En ik werd verzocht dat boekje te nemen tot leiddraad by 't ondervragen. De kinderen wisten alles precies. Och, ik was zoo bly dat ik maar hoefde te vragen. Want, zie... als ik had moeten antwoorden, zou de zachtmoedigste examinator boos geworden zyn over m'n verregaande onwetendheid. Die kinderen wisten alles! Ze noemden 't geboortejaar van Alexander, alsof ze kandeel hadden gedronken in de kraamkamer van mevrouw Philippus. Den tyd der stichting van Rome, alsof ze meêgesticht hadden. Het jaar der hemelvaart van Enoch, alsof ze 'm hadden zien afryden. En zelfs den ouderdom der aarde wisten ze optegeven met minutige juistheid... als ten-minste de schoolklok niet voor of nà was. Want dit weet ik niet. Kort-om, ik voelde schaamte over m'n onkunde, en byna ware ik opgestaan om de plaats te verlaten, waarop elke dreumis toonde meer recht te hebben dan ik. Voor ik evenwel myn nederig: wil je niet liever hier zitten? geuit had, sloeg ik 't boekje digt. - Zeg eens, mannetje... Napoleon stierf in 21... juist... - Ja... den 5n mei, m'nheer. - Ja, ja, precies! Wie wàs Napoleon? Geen antwoord. - Nu... wie was Napoleon? Stilte. - Kan niemand het my zeggen? Eindelyk: - Mynheer, Napoleon was bekend door zyn goede karakter. (letterlyk!) Er waren jaartallen genoemd, die in betrekking stonden met de Hervorming. 't Concilie van Kostnitz, Luther's geboorte, z'n aanplakken der theses te Wittemberg, z'n verblyf op den Wartburg. Een en ander van Zwinglius, van Calvyn, enz. Ze wisten alles. - Eilieve, wat beduidt dat woord Hervorming? Na lang wachten, ontving ik dit antwoord, weer letterlyk: - Mynheer, de roomschen waren slechte menschen. Een der oudere leerlingen had een plaat, viermaal vergroot, overgebracht in crayon. Het was de bekende voorstelling eener moeder, van smart krankzinnig op 't graf van haar kind. De vergroote kopy was schoon. - Zeg eens, wat stelt deze teekening voor? - Een vrouw met groote oogen, m'nheer! (letterlyk!) | |
[pagina 210]
| |
Ik weet wel dat het niet overal even erg is, maar 't hoeft ook niet zóó erg te wezen om heel erg te zyn. Kàn een onderwyzer, die dertig, veertig kinderen op z'n school heeft, al die kinderen opleiden tot denkers? Neen, dat kan hy niet. Maar daarom dan ook noem ik die scholen verderfelyke inrichtingen. (15, en de stukken over Onderwys, in den IIIn bundel.) |
|