Volledige werken. Deel 25. Nagekomen brieven en dokumenten uit de jaren 1871-1886 en registers
(1995)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd[1876
| |
[pagina 140]
| |
vidsGa naar eind7.. Voor 'n week of wat komt er in m'n nog altyd hierGa naar eind2. liggende kopie van bundel VII, 'n zinspeling op: Geschichte des Rabbi Jeshoeah ben Joszef HanootzriGa naar eind3.. Dàt moest nu 't door U vertaalde boekje zyn! En als die kopie uitkomt, zoudt ge meenen dat myn afkeuring van nieuwe legenden in-plaats van oude sprookjes uwe vertaling gold! Ik schreef dit reeds aan Funke, pour prendre dateGa naar eind4. (namelyk dat die kopie reeds weken oud was) En zie, nu bemerk ik dat Uw boek niets, niets met dien Hanootzri (timmerman) te maken heeft! Als ik niet langzamer word, ben ik tot niets nut.- Ik weet dat gy goed en zacht zyt. Anders zou ik in uw ‘Kryptpolitisch’ 'n (niet onaardige) persifflageGa naar eind5. zien. 't Woord is stipt-juist, en treft dus! Daar zit 'n heele verhandeling in. Verantwoord U niet. Dit zal ik wel doen.- Ja, 't is onrecht, het weinige proza dat ik van U las, tot maatstaf te nemen, al ware het dan dat ik dit weinige juist beoordeelde. Ik blyf er by, dat MonaGa naar eind6. my niet bevalt, maar ik heb Uw Faust nog niet gelezen, en vooral Uw Vogels II niet. Vergeef my. Om my nu niet erger te veroordeelen dan ik verdien, één staaltje van m'n opmerkingen, hoe kleiner hoe liever. Breid zelf maar uit. De als ondichterlyk voorgestelde m'nheer Buideldier, doet zich niet ondichterlyk voor. Men kan blyk geven van dichterlyke opvatting, ook in 't afkeuren van dichterlykheid. Dat te-pas brengen van Afrodite by de badende vrouw, is dichterlyk samengrypen. (....) |
|