[19 december 1868
Brief van Multatuli aan de firma Enschedé]
19 december 1868
Brief van Multatuli aan de firma Enschedé te Haarlem. Dubbel velletje postpapier waarvan blz. 2-3 en 4 (⅓) beschreven. (Museum Enschedé, Haarlem; fotokopie M.M.)
WelEdelen Heeren
Johs Enschede & Zoonen
Haarlem.
Sneek 19 December 1868
WelEdele Heeren!
Ik gevoel my bezwaard over de stoornis die er sedert een paar weken in het aanbieden myner berigtjes heeft plaats gehad, en durf niet langer uitstellen UWED daarover te schryven.
In 't begin dezer maand begaf ik my voor de tweede maal herwaarts om eene voordragt te houden. Myne bedoeling was over twee, drie dagen weder in den Haag terug te zyn. Ik ontving echter van Groningen eene uitnoodiging om aldaar insgelyks optetreden, waaraan ik meende te moeten voldoen. Op die plaats gewerden my successivelyk andere invitaties, ik telkens meenende dat het de laatste wezen zoude.
Thans nog wacht men my te Franeker, te Harlingen en aan de Lemmer, schoon ikzelf nog niet weet of ik daaraan voor ditmaal gehoor zal kunnen geven, daar er vele zaken zyn die my naar den Haag roepen.
Hoe dit zy, het verdriet my zeer dat ik, door die omstandigheden, deze maand niet stipt ben geweest in het nakomen der met UWED aangegane overeenkomst. Indien ik vooruit hadde geweten hoe het loopen zoude, ware het beter geweest UWED daarvan kennis te geven, maar dat successief verlengen van myne tournée heeft my gefopt.
Ik hoop evenwel binnen weinige dagen in den Haag terug te zyn, en dan zal ik het verlorene zoo goed mogelyk inhalen.
Mogt UWED goedvinden over het honorarium 15 Nov/15 Decr, ten behoeve van dezen of genen als douceurGa naar eind1. te beschikken, dan zal ik dit zeer billyk vinden, en zelfs - het zal my aangenaam zyn. Na beleefde groete heb ik de eer met de meeste hoogachting te zyn
UWelEd Dw Dienaar
Douwes Dekker.