Volledige werken. Deel 24. Brieven en dokumenten uit het jaar 1887. Nagekomen brieven en dokumenten uit de jaren 1839-1886
(1995)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermdStadsnieuwsGisteren avond heeft Multatuli in de zaal Frascati voor een aanzienlijk en vrij talrijk publiek, waaronder men meer dames op- | |
[pagina 589]
| |
merkte, dan den vorigen keer, zijne tweede voordragt gehouden. De spreker begon met zijne erkentelijkheid te betuigen voor de welwillendheid, waarmede zijne eerste voordragt werd opgenomen, wees vervolgens op het hooge belang, dat er voor hem in gelegen was, om dames onder zijn gehoor te zien, en spoorde aan om der vrouw meer aandeel te geven in het bestuur van ons huiselijk leven. Dit alles werd door Multatuli in schoone, sierlijke en bloemrijke taal en wegslepende zeggingskracht, hier en daar doorspekt met menigen verpletterenden Seitenhieb op onze maatschappelijke toestanden, ontwikkeld, zoodat de hoorders, die, als ware het, met ingehouden adem aan des sprekers lippen hingen, herhaaldelijk in luide bijvalsbetuigingen hunne goedkeuring over het gehoorde te kennen gaven. Belangwekkender en ingrijpender en gehaltrijker nogtans was het tweede gedeelte der voordragt. Dit toch bevatte het betoog, dat de zaak des sprekers wel degelijk valt onder het bereik der vrouwen, en tevens, dat deze bevoegd en geroepen zijn, zich die zaak aan te trekken. Met gloeijende kleuren wees spreker in dat gedeelte zijner voordragt op hetgeen in den Max Havelaar over den toestand in Indië wordt gezegd, op het bloed, dat er kleefde op de aldaar en van daar verkregen schatten, en hoe de vrouwen hare echtgenooten, zonen en broeders behoorden aan te sporen, om òf de regering te vragen, wat er is van hetgeen in den Max Havelaar ten aanzien van Indië wordt gezegd, òf het bewijs te leveren, dat dit boek gelogen heeft. Bij de beperkte ruimte, die wij beschikbaar hebben, is het ons niet mogelijk, omtrent dat belangwekkende deel der voordragt in meer bijzonderheden te treden; uit het weinige, dat wij hier mededeelden, zullen echter zij, die Multatuli uit zijne werken hebben leeren kennen, kunnen beseffen, dat de spreker hier in zijn geliefkoosd element was, en, door het onderwerp medegesleept, zijne welsprekendheid ten top klom. Wij zullen danook naauwelijks behoeven te zeggen - doch neen, bij den bekenden hier heerschenden geest moeten wij het wèl zeggen - dat de spreker ook nu herhaaldelijk op oorverdoovende wijze werd toegejuicht. Het derde gedeelte der voordragt bevatte eene uitnoodiging om aan de vrouwen grooter aandeel toe te kennen in het publiek leven. Spr. vroeg of 's rijks en de stads financiën in de laatste jaren | |
[pagina 590]
| |
wel slechter zouden zijn beheerd geworden, indien dit door vrouwen, in stede van door mannen ware geschied? Inzonderheid was hij vrij rondborstig in het uiten zijner meening omtrent den slechten staat der geldmiddelen onzer hoofdstad, en voerde o.a. als bewijs daarvoor aan, dat men zich genoodzaakt had gezien met de rappe brandspuitgasten om eene kleinigheid te knibbelen. Ook het equivalent werd met vergeten, waardoor menige vrouw door haren echtgenoot in haar huishoudinggeld werd besnoeid. Over het algemeen was de spreker, bij dit onderwerp, kwistig met fijne en - voegen wij het er bij - nu en dan ook met onverholen ironie, inzonderheid ten aanzien van de kiezers en van de gekozenen, voor welke laatsten het, volgens spreker, voldoende was, zekeren reuk van achtbaarheid te genieten en de sympathie van een paar kiezers te bezitten, om zegevierend uit de stembus te voorschijn te komen. Zoo ooit iemand met klem en welsprekendheid als kampioen voor de emancipatie der vrouwen is opgetreden, dan gewis was het gisteren avond Multatuli, en wij twijfelen er dan ook niet aan, of hij zal in het schoone geslacht een krachtigen bondgenoot voor zijne zaak hebben gevonden. |
|