Volledige werken. Deel 24. Brieven en dokumenten uit het jaar 1887. Nagekomen brieven en dokumenten uit de jaren 1839-1886
(1995)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd[Voorjaar 1887
| |
[pagina 362]
| |
- de pyniging van den stryd was voorby - en sinds er om geldige reden van beiden geen kans meer was op herstel - had hy met forsche hand... de leden afgescheiden en van zich geworpen. ‘als een lid u ergert houw het af en werpt het van U’ van Jezus indachtig - O zoo een van hen ooit een beroep had gedaan op zyn teederheid - zeer zeker hy zou ze niet in den steek hebben gelaten - hy zou ze de hand hebben toegestoken - maar zoo iets kwam niet voor. Het ‘huldeblyk’ was ondergaan. - Multatuli had daarvan een inkomen van 1400 gulden. - O zeker, daarvoor is brood te koop en zelfs een beetje boter. - Genoeg, hy had de bitterheid ondergaan door zyn geestverwanten gepensionneerd te zyn als 'n kommies van een der ministerien - dat kleine inkomen, de rangschikking - lui - en dat ‘men’ o ik zou hier een lange ry van namen kunnen noemen. Ja zelfs ik ken weinigen die als wy verontwaardigd waren over de kleinheid van den uitslag. Welnu, sinds dat Huldeblyk sinds hy zich gerangschikt voelde door zyn ‘geestverwanten’ - had hy de hoop op gegeven iets te bereiken. De hoop die hem zoolang had staande gehouden. ‘Ik ben nu geklassificeerd!’ zei hy met bitterheid! en ze blieven niet van my gediend. Nu dit zou me minder hinderen, als 't publiek belang maar wat beter behartigd werd. Maar elken morgen als hy de couranten las zag ik hem met zorg aan, wel wetende welke martelingen hy onderging. Het kamer gebeuzel, het meepraten in 's lands volksvertegenwoordiging van zoovelen wien ‘de staat hun zetel’ is en niet meer, de humbug met onderwys sinds de kerk wat is teruggedrongen uit de gelederen van de meesten - enz. enz. - Hoe stil afgelegen en eenzaam we woonden onze tyd onze geest was steeds gevuld. Behalve de vele brieven de vele aanrakingen, waarin hy 't meeste belang stelde bezat hy in groote mate de kunst om meeteleven met anderen. Het was of hy alles nr ons toe haalde, en alsof de heele wereld lag in de buurt van ons afgelegen huis. - Hy hield niet van wind of storm. dat maakte hem zenuwachtig ‘hoor eens hoor eens wat 'n onzinnig geblaas!’ en waarvoor, waarvoor. Is het niet juist of hy er wezen wil. Hoor eens - ja en als je nu denkt op zee, en dan haalde hy zich dat voor den geest, en als er later schipbreuken vermeld werden haalde hy zich die toestanden voor | |
[pagina 363]
| |
den geest - zoodat er wyzelf als tegenwoordig waren - Of er was sprake van een misdadiger, of ook geen misdadiger, maar die gevangen zat. Stel je voor Mies, die man is eens onschuldig geweest! Zyn ouders hebben zich verheugd by zyn geboorte, en wanneer hebben die slechte triebeGa naar eind1. de overhand genomen? Heeft zyn moeder zich beyverd toen zy zag hoe zyn karakter zich ontwikkelde heeft ze zich verheugd als eens voor 'n oogenblik de zachtheid de overhand had? Want dat moet toch! Al is hy zoo slecht als men nu meent - eens had hy ook zachte aandoeningen - en stel je voor hoe hy daar nu zit. Uitgekreeten als 'n misdadiger, uitgejouwd, door al dat brave volk, en dan in zichzelf niet eens het bewustzyn van schuld!... wat 'n lot. - en 's avonds als wy gingen liggen zou hy zeggen: hoe slecht hy daar nu zit - of hy slapen kan - of hy althans dek genoeg heeft - ik moet telkens aan hem denken.- Of Timmerman, de ongelukkige die amok geworden was van onrecht en die in zyn toorn zyn belager met zichzelf en met de anderen in 't verderf had gestort. En dan daarna die pleidooien. Hoe heeft hy gelachen om den advokaat die- En dan zyn schaakpartyen!- En dan het onderwijs van Wouter, die op school dreigde afteleeren een b van een p, een t van een d, en een k van 'n g te onderscheiden. De Lehrer wilde de kinderen uitleggen hoe de woorden k(g)reis en g(k)reis - verschilden die hy uitsprak met 'n zelfde klank. Maar dat was niet noodig voor Wouters nog niet geheel verrynduitschte ooren. Maar de r die hy zoo luitenants uitsprak als aw - die verdroot, die ergerde hem - en dan het ZüchtigingsrechtGa naar eind2. van zoo'n duitsche schoolmeester en dan hun ‘ambtenaarschap’ dat hem onttrok aan de goed of afkeuring der ouders - wat 'n al onderwerpen van denken, bespiegelen en zorg. |