Volledige werken. Deel 24. Brieven en dokumenten uit het jaar 1887. Nagekomen brieven en dokumenten uit de jaren 1839-1886
(1995)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermdIngezonden stukken. Multatuli.Een enkel woord wenschte ik te zeggen over dezen man, naar aanleiding van het schrijven van van der Linden. Over 't algemeen kan ik mij met dat schrijven wel vereenigen en ik zou er niet de pen voor hebben opgenomen, ware 't niet dat het slot mij tot | |
[pagina 339]
| |
tegenspraak drong. ‘Hij heeft veel ondernomen omdat hij veel lief had.’ Dien indruk, ik erken het open, heeft dien man nooit op mij gemaakt. Ik wil op zijn roem als letterkundige niets afdingen. Ik vind de Max Havelaar een schoon boek en ik ben overtuigd dat de Indische toestanden daar met meesterhand geschetst, op werkelijkheid gegrond zijn. In vele opzichten bestaan ze nog zoo en heeft zelfs dat heerlijke boek in Indië geen noemenswaardige verandering aangebracht Ook ik betuig gaarne mijn warme sympathie voor den machtigen schrijver van Max Havelaar. Maar nu dien fellen godsdiensthater te verheffen tot den rang der hoogste zedelijkheid, dat schijnt mij eene zeer gewaagde stelling. Immers het zou een wonder zijn op 't gebied der zedelijkheid. Zoo wij al niet allen instemmen met de stelling: Godsdienst en zedelijkheid zijn één, zoo twijfelt toch niemand onzer aan het nauw verband dat er bestaat tusschen Godsdienst en zedelijkheid, en nu wordt ons hier een godhater in den felsten zin des woords voorgesteld als de vertegenwoordiger der hoogste zedelijkheid: ‘Hij had veel lief!’ Is dat dan geen zedelijk wonder? Nu kan van der Linden zeggen: Als de ervaring met uwe voorstelling omtrent het verband tusschen Godsdienst en zedelijkheid in strijd is, dan moet gij die voorstelling herzien. Goed, maar voor wij daartoe overgaan vragen wij het bewijs voor de stelling: Hij heeft veel ondernomen, omdat hij veel liefhad. Wat heeft hij dan gedaan? Hij is in 't Lebaksche voor de Javanen in de bres gesprongen. Uitstekend. Een schoone daad; wij willen die daad niet verkleinen; wij willen aannemen dat hij toen gestreden heeft voor menschelijkheid en recht. Maar verder: wat heeft hij toen verder gedaan? Toen is hij overgeplaatst, heeft zijn ontslag genomen, en de Max Havelaar geschreven. Dat is nu al bijna 30 jaar geleden. En wat heeft hij sinds zijn terugkeer in het vaderland gedaan? Ideën geschreven; maar getuigen die dan van zooveel liefde? Kan iemand ook tegelijk de Christenen haten en de Javanen lief hebben? Doch wij vragen wat heeft hij gedaan om zijne liefde te bewijzen? Reeds in 1873 riep de student Post hem toe: ‘Man van 52 jaar, scheld niet langer op de moderne theologen, toon ons uw leven!’ | |
[pagina 340]
| |
En wat heeft hij sinds gedaan? De Vorstenschool doen opvoeren, causerieën gehouden enz. Ik beken gaarne dat ik mij door die Vorstenschool heb laten stichten; maar nergens ontdek ik openbaringen zijner liefde. In 't kort, de totale indruk dien Multatuli in zijn werken en streven op mij gemaakt heeft is juist het tegengestelde van dien bij van der Linden. Het kan zijn, dat ik hem verkeerd beoordeel, en gaarne word ik van dwaling overtuigd, maar ik zou van hem met weemoed het woord uitspreken: Deze man heeft zich zelf te zeer bemind. WGa naar eind1.. J. Wiersma. |