Volledige werken. Deel 24. Brieven en dokumenten uit het jaar 1887. Nagekomen brieven en dokumenten uit de jaren 1839-1886
(1995)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 334]
| |
gedenksteen te doen plaatsen in zijn geboortehuis: Korsjespoortsteeg No. 20, te Amsterdam. De Amst. bevat een schrijven van Dr. Vitus Bruinsma, waarbij deze namens de weduwe van Multatuli allen, die brieven van den schrijver bezitten, uitnoodigt ze tijdelijk aan haar af te staan. Het adres luidt: ‘Mevr. Douwes Dekker te Nieder-Ingelheim, Hessen.’ ‘De vrienden van den gestorvenen’, zo luidt het slot van den brief, ‘zullen zeker begrijpen dat op deze wijze de brieven in de meest bevoegde handen komen en dat hierdoor de beste waarborg verkregen wordt, dat bij een mogelijke openbaarmaking van het een en ander uit die brieven, de belangstelling van het publiek bevredigd en de nagedachtenis van den doode geëerd worde.’
‘Elsevier’ is van plan een uitgave van Multatuli's brieven te ondernemen. Zij heeft bezitters van brieven van Douwes Dekker verzocht die tijdelijk af te staan. De ‘Spectator’ keurt dat plan af: ‘Nauw is de schrijver overleden, of men wil aan de openbaarheid geven wat hij voor de intimiteit bestemde! En zoo er veel in die brieven is dat thans reeds gedrukt mag en kan worden, wie gaf daartoe vergunning? Zijn de erven of rechthebbenden in deze geraadpleegd? Wie zal de opbrengst genieten? Wie is degeen die takt en kiesheid genoeg zal hebben, om te weten wat terzijde gelaten behoort te worden? Wat zou Multatuli gezegd hebben als hij dit geweten had? Ziedaar vragen, die ieder bezitter van zulke brieven met de hand op het hart, en alsof het hem zelven gold, dient te overwegen.’ Het antwoord is - dunkt ons - te vinden in de Bloemlezing van Multatuli op bladzijde 246, waar te lezen staat: ‘Ik protesteer ernstig tegen medepligtigheid aan de vergrijpen, die na m'n dood zullen geschieden, ter stilling van den dorst naar kennis mijner lotgevallen...’ (Geschiedenis van Wouter in de Ideën.) |
|