Volledige werken. Deel 24. Brieven en dokumenten uit het jaar 1887. Nagekomen brieven en dokumenten uit de jaren 1839-1886
(1995)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 325]
| |
Ter herinnering aan Multatuli.(....) Zoo is dan ook de lektuur der geschriften van Multatuli niet voor iederéén geschikt. Wie zich door de noodzakelijkerwijs meegevoerde en weggeslingerde zand- en kiezeldeelen laat afschrikken, kan zich aan het Multatuliaansche water niet laven. Wie te zwakke oogen heeft om elektrisch licht te kunnen verdragen evenmin. En toch, wat al lezers hebben zich aan de geschriften van Multatuli gewaagd! Ik denk hier hoofdzakelijk aan studenten - die niet druk deden aan college-houden - aan ondermeesters - die niet druk werkten voor de hoofdakte - aan commisvoyageurs - die druk deden aan het bezorgen van onsoliede clientèle - aan zeelui - die liever vertoefden aan den vasten wal dan aan boord! Dergelijke lezers hebben bij deftiger lui de geschriften van Multatuli in een reuk van onheiligheid gebracht. Want evenals men in den bijbel allerlei dingen kan lezen die er niet staan, eveneens in de geschriften van Multatuli. Zijn schrijfwijze is kernig, gedrongen, kort; hij verwijst onophoudelijk naar vroeger of later; neemt de aandacht van den ontwikkelden lezer geheel in beslag. Wat hem populair maakte - want zijn proza werd onophoudelijk herdrukt - is het puntige of piquante, het bijtende zijner satyre, het met volle kracht come down upon him! Men had hem lief, men bewonderde hem als een natuurverschijnsel. En natuurlijker denker - in de beteekenis intuitief, spontaan - heeft de negentiende eeuw misschien nergens voortgebracht. Onderstelde hij te weinig in zijn lezers? De kritiek heeft het hem verweten; en hij zelf trok het zich aan. Wat onderstelde hij te weinig? Indien hierop een antwoord mogelijk is zou ik zeggen: Schoonheidszin! Schoonheidszin: zooals Potgieter dit bedoelde, sprekende van de pastorie met scheeve gordijnen en verwaarloosde bloemperken. | |
[pagina 326]
| |
Maar Multatuli heeft nooit aanspraken gemaakt op den naam artist. Aan het mooi-schrijven had hij een hekel. Artist was hij zooals Swift het was toen deze zijn satyre van de reuzen en de dwergen schreef. Toch zal deze satyre blijven leven zoolang het homo sum niet kan plaats maken voor een sum deusGa naar eind1.: duidelijker: zoolang er groote en kleine menschen blijven. Zoolang zal ook de echt artistiek gevoelde, zuiver menschelijk gedachte historie van Wouter steeds lezers blijven trekken: al dragen mijns inziens honderden paginaas der Ideën een steeds duidelijker wordend vergankelijkheidsmerk aan het hoofd. Want Multatuli gaf steeds zich als hij was; gaf zich geheel; wachtte niet met het hanteeren der veder tot een zondagstemming zetelde in zijn gemoed; maar wilde zich aan zijn lezers laten zien naakt: nu eens, onder den adem van het goddelijke, scheppend als een god: dan, onder invloed van de knippende natuurschaarGa naar eind2., kwetsend met de wegspringende scherven van blik of oud ijzer, wanneer het hem lustte dit te fatsoeneeren tot iets nieuws! Want over oorspronkelijkheid dacht hij, niettegenstaande al zijn hoogmoed, zeer bescheiden! J. Winkler Prins. |