Volledige werken. Deel 24. Brieven en dokumenten uit het jaar 1887. Nagekomen brieven en dokumenten uit de jaren 1839-1886
(1995)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermdMultatuli (Douwes Dekker)La Hollande vient de perdre un de ses plus grands citoyens, les lettres néerlandaises un de leurs écrivains les plus originaux, la libre pensée un de ses chercheurs les plus hardis, et l'humanité un de ses plus nobles enfants. Douwes Dekker, si connu sous le nom de Multatuli, vient de s' éteindre en Allemagne, dans le village de Nieder-Ingelheim, où il s'était volontairement exilé. Multatuli était des nôtres. Lorsque La Société Nouvelle fut fondée, il fut un de ceux qui des premiers répondirent à notre appel: nous pouvions le compter parmi nos collaborateurs, c'était entendu. Déjà il avait répondu, il y a dix ans de cela, à un premier appel que j'eus l'honneur de lui adresser. Il s'agissait alors de la revue le ‘Socialisme progressif’, que je publiais en collaboration avec mon ami B. Malon, Mme André Leo, etc., et à laquelle Douwes Dekker | |
[pagina 203]
| |
consentit à collaborer, tout en faisant ses réserves sur la façon dont nous entendions le socialisme et le progressisme, et qui n'était pas absolument la sienne. Mais lorsque la Société Nouvelle naquit, déjà Multatuli était maladif, souffrant, et il ne put tenir sa promesse envers nous. Dans ces derniers temps, il était de plus en plus abattu et découragé. Poutant, un de nos excellents amis, l'écrivain néerlandais qui signe RienziGa naar eind1. dans le Toekomst de Gand, et qui alla le visiter, il y a quelques mois, parvint à lui rendre un peu de son énergie et à le réroudre à se remettre au travail. Il était trop tard! Ce que Rienzi prenait pour du découragement, voire pour de la misanthropie, n'était sans doute que l'effet tout naturel de la maladie qui devait l'emporter. C'était, pensons nous, l'éternelle influence du physique sur le moral, décrite si minutieusement par CabanisGa naar eind2.; mais il y avait, dans cet état complexe, quelque chose aussi de l'influence non moins réelle du moral sur le physique, car les souffrances morales et les déboires auxquels ce noble coeur fut en butte aux Indes orientales, puis dans la mère-patrie, ne peuvent qu'avoir contribué énormément à abréger son existence. (....) Revenu en Europe, Multatuli vécut tantôt en Hollande, à La Haye et à Amsterdam, tantôt en Belgique, à Bruxelles. On rapporte que c'est dans cette dernière ville qu'il écrivit son Max Havelaar. Il vint aussi chez nous à diverses reprises pour y donner des conférences, notamment au Congrès néerlandais de Gand. C'est là que je l'entendis pour la première fois. Il y parla ce franc langage, qui lui était propre, si fin cependant, si plein d'humour, et qui effaroucha singulièrement nos flamingants officiels et cléricaux. Il vint aussi, plus tard, donner des conférences à la Libre Pensée d'Anvers. En 1880, nous l'attendions à Bruxelles au Congrès international des Libres Penseurs, auquel il avait donné son adhésion; mais une circonstance imprévue l'empêcha d'y assister. Ajoutons ici, à ce propos, que la Libre Pensée de Bruxelles, dans sa dernière séance, a voté un hommage respectueux à la mémoire du grand penseur hollandais. (....) Multatuli fut un des trois précurseurs de la libre parole et de la démocratie sociale en Hollande. Le second, mort à Paris l'an dernier, est Busken Huët; le troisième est Roorda van Eysinga, qui vit | |
[pagina 204]
| |
à Genève. Tous trois avaient vécu dans l'Inde et trouvèrent de généreux accents pour défendre le malheureux indigène contre la rapacité européenne. Tout trois furent honnis et persécutés pour leur indépendance d'esprit, la fermeté de leur caractère, leur mépris pour les scélérats enrichis et puissants, leur profonde pitié pour l'humanité souffrante. Tous trois étaient des maîtres de la pensée et de la plume (le dernier l'est encore). Tous trois ont préféré s'exiler de leur patrie que d'être témoins des turpitudes qu'ils avaient en vain flagellées. Honneur à ces coeurs droits et à ces esprits d'élite! Mais, je le répète, ce sont des précurseurs, des pionniers, des défricheurs. Ils ont défriché le champ où maintenant sème un quatrième éminent hollandais, digne d'être leur fils par le coeur et par l'esprit: F. Domela Nieuwenhuis. Mais ce dernier, plus pratique qu'eux, plus près du peuple aussi, mieux armé qu'eux sous le rapport des connaissances sociologiques, et plus tenace enfin, a juré de gagner au socialisme cette nation hollandaise dont ils se sont retranchés. On sait que l'oeuvre est en bonne voie. Multatuli n'en aura pas moins contribué à la préparer. Gloire à lui!
Dr DE PAEPE
Vertaling Uit: ‘De Nieuwe Samenleving’ | |
Multatuli (Douwes Dekker)Kort geleden heeft Nederland een van zijn grootste inwoners verloren, de Nederlandse literatuur een van haar origineelste schrijvers, de vrije gedachte een van haar vermetelste zoekers, en de mensheid een van haar edelste zonen. Douwes Dekker, die zo bekend was onder de naam Multatuli, is dezer dagen in Duitsland gestorven, in het dorp Nieder-Ingelheim, waar hij zich vrijwillig in ballingschap had teruggetrokken. Multatuli was een der onzen. Toen De Nieuwe Samenleving werd opgericht, was hij een van de eersten die antwoordden op onze oproep: wij konden hem tot onze medewerkers rekenen, dat sprak vanzelf. Hij was al tien jaar eerder ingegaan op een eerste verzoek dat ik de eer had tot hem te richten. Toen ging het om het tijdschrift Vooruitstrevend Socialisme dat ik uitgaf samen met mijn vriend B. Malon, mevrouw André Leo en anderen en waaraan Douwes Dekker toezegde te willen meewerken, ook al maakte hij een voor- | |
[pagina 205]
| |
behoud op het punt van de betekenis die wij hechtten aan Socialisme en vooruitstrevendheid en die niet helemaal klopte met de zijne. Maar toen De Nieuwe Samenleving ontstond, was Multatuli al ziek en lijdend en kon hij zijn belofte tegenover ons niet nakomen. In de laatste tijd was hij steeds meer teneergeslagen en moedeloos. Toch slaagde een onzer beste vrienden, de Nederlandse schrijver die met Rienzi ondertekent in de Toekomst te Gent, en die hem ging opzoeken, erin hem iets van zijn vroegere energie terug te geven en hem te doen besluiten weer aan het werk te gaan. Het was te laat! Wat Rienzi voor moedeloosheid hield of zelfs voor mensenhaat, was ongetwijfeld niets dan de zeer natuurlijke uitwerking van de ziekte die hem zou vellen. Het ging hier volgens ons om de altijd aanwezige invloed van het lichaam op de geest die zo nauwgezet is beschreven door Cabanis, maar er was in deze gecompliceerde toestand ook iets van de niet minder echte invloed van de geest op het lichaam, want al het geestelijk lijden en de teleurstellingen waaraan dit edele hart had blootgestaan in Oost-Indië en daarna in het moederland moeten wel enorm hebben bijgedragen aan het bekorten van zijn levensloop. (....) Teruggekeerd in Europa, woonde Multatuli afwisselend in Nederland, te Den Haag en te Amsterdam, en in België en wel in Brussel. Men zegt dat hij in deze laatste stad zijn Max Havelaar schreef. Hij kwam ook herhaaldelijk hierheen om lezingen te geven, met name op het Nederlands congres in Gent. Daar hoorde ik hem voor het eerst spreken. Hij uitte zich daar in die openhartige spreektrant die hem eigen was, en die toch zo fijntjes was en zo vol humor en die onze officiële en kerkelijke ijveraars voor het Vlaams zo bijzonder kwaad maakte. Later kwam hij ook lezingen houden voor de vrijdenkers in Antwerpen. In 1880 verwachtten wij hem in Brussel bij het internationale Congres van de Vrije Gedachte waaraan hij zijn steun had toegezegd, maar een onverwachte omstandigheid verhinderde hem erbij aanwezig te zijn. We kunnen terzake daaraan toevoegen dat de Vrije Gedachte in Brussel bij zijn laatste zitting een besluit heeft aangenomen om een eerbiedige hulde te brengen aan de grote Nederlandse denker. (....) Multatuli was een van de drie voorlopers van het vrije woord en van de sociaal-demokratie in Nederland. De tweede, vorig jaar in Parijs overleden, is Busken Huet, de derde is Roorda van Eysinga die in Genève woont. Alle drie hebben in Indië gewoond, en hebben zich edelmoedig geuit over de verdediging van de ongelukkige inlanders tegen de Europese roofzucht. Alle drie werden zij gehoond en vervolgd om hun onafhankelijke geest, hun sterke karakter, hun verachting voor de zich verrijkende en machtige schurken en hun diepe mededogen met de lijdende mensheid. Zij waren alle drie meesters in hun denken en schrijven (de laatste is dat nog). Alle drie hebben ballingschap uit hun vaderland verkozen boven de noodzaak getuige te zijn van de dwaasheden die zij tevergeefs hebben gegeseld. Ere zij aan hun oprechte inborst en aan hun uitverkoren geest! Maar, ik herhaal het, zij zijn voorlopers, pioniers, ontginners. Zij hebben het veld opengelegd waarin nu een vierde voortreffelijke Nederlander zaait die hun | |
[pagina 206]
| |
waardige zoon is naar hart en hoofd: F. Domela Nieuwenhuis. Maar deze laatste, meer man van de praktijk dan zij, dichter bij het volk ook, en beter gewapend op het punt van sociologische kennis en tenslotte ook vasthoudender, heeft de gelofte gedaan dit Nederlandse volk, waarvan zij hun handen hebben afgetrokken, te winnen voor het socialisme. Het is duidelijk dat deze onderneming aan de winnende hand is. Multatuli heeft er niet in de laatste plaats toe bijgedragen deze overwinning voor te bereiden. Ere zij hem! Dr. de Paepe |