[23 februari 1887
Brief van mevr. M. Funke-Koning aan een harer zoons]
23 februari 1887
Brief van Mevr. M. Funke-Koning aan een harer zoons. Dubbel velletje postpapier met brede rouwrand, geheel beschreven. (M.M.) Fragment.
(....)
Het treurige bericht van den Heer Dekker heeft U zeker ook erg getroffen. Zoo gaat de een voor, de ander na, niet waar, maar zelden gaat er een heen, zoo als deze, die wat geestesgaven aangaat, zoo ver de gewone menschheid vooruit was. Gisteren om 6 uur zond het Nieuws mij een bulletin. Het greep mij geweldig aan, en in de volheid van mijn gemoed, schreef ik zijn weduwe wat mij myn hart ingaf. Heden middag 3 uur kreeg ik een brief van HEd. Sints Januari was hij niet erg prettig, maar daar hij heel gezellig was en bleef in zijn kring, en vlug in al zijn bewegingen, was zyn achteruitgang zoo niet op te merken. Toch is er deze week een Dr de Vries uit Amst. by hem geweest, maar hy voor zich vond het dwaas dat men zich ongerust maakte. Van Woensd. op Dond. werd hy evenwel minder en benauwd. Zat. om half drie sliep hy in, maar 't was geen goede slaap en om half 5 was 't gedaan. Hij ligt, schrijft zy, op z'en rustbank, onder het portret van Pa. Nog in 't laatst toen hij zelf - sprak hij van hem.
Hoe wreed is het leven, bijna niet te dragen. Vaarwel.
Aldus eindigt zij. Arme vrouw, niet waar? Wie veel verliest, heeft veel bezeten schrijft het Handelsbl, sprekende over de drie groote dooden, die het Ned. volk in een korte spanne tyds ontvallen zijn. Mw B.T.Ga naar eind1., C.B. Huet en nu Multatuli. Maar omgekeerd is het ook waar en ook op haar, zoo als op ons van toepassing: Wie veel bezeten heeft, verliest ook zoo heel veel. Het Nieuws is kort, maar lief in zijn vluchtige schets. Ik was er bang voor het te lezen, wetende hoe de Red. in 't algemeen met antipathie tegen hem