Volledige werken. Deel 23. Brieven en dokumenten uit de jaren 1884-1886
(1993)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 696]
| |
Cl., 30/VIII '86 Beste Dekker, Gij vergist U zeer. Kunde heb ik nooit bezeten, maar altijd het talent à faire claquer mon fouet.Ga naar eind1. Véel waard voor een penny-a-linerGa naar eind2.. Het weinige dat ik weet, sleep ik er met de haren bij. Ik zou mij aan die kwakzalverij niet schuldig maken, zoo ik 't niet moest doen om den broode. ‘Ik maak leven gelijk een steenhouwer,’ zei Lamartine. Zijn ‘leven maken’ was veel welluidender dan 't mijne. Maar ìk heb geen tonnen gouds verkwist. Onnoozele redacteuren en uitgevers verzochten mij te schrijven - ‘over alles’! Ik mis geheel den knobbel d. werktuigkunde. Ik schaam mij dikwijls over mijn onkunde. 't Is nog niet lang geleden dat ik voor 't eerst las over de beschaving der Hetieten of Khetieten. Ook in 't kleine. Een jaar geleden had ik nooit hooren spreken van de gouv.r-gen.l te Pondichéry,Ga naar eind3. MartinGa naar eind4., een ideaal van een landvoogd. Doodgezwegen, èn omdat hij de gewone, gemeene middelen niet bezigde èn omdat hij niet van hooge geboorte was. Dus achtergesteld bij DupléixGa naar eind5. c.s. En nu uitbundig geprezen door Engelsche geschiedschr.s! | |
[pagina 697]
| |
Vlijt en arbeidskracht heb ik wel bezeten, maar verloren door de jaren. Ook dwingen de vroegere ‘wandelingen onder palmen’ mij, daaglijks 4 uren te loopen. Daarna is mijn lijf te moê. Dus zet ik na twaalven nooit een letter op 't papier. Maar ik heb le flair, tangan dingu.Ga naar eind6. Althans wat ik vertaal schijnt in den smaak te vallen. Elken morgen schrijf ik 250 regels en dan basta. In den winter kan ik op de wandelingen niet lezen. Met leedwezen bedenk ik, dat mijn tours de forceGa naar eind7. in ijver bijna niets hebben uitgewerkt. In 1849 schreef ik 21 uren achtereen een stuk daadlijk in 't net, zonder een doorhaling. Daarna een bad, een ontbijt en opgewekt 't stuk voorgelezen aan den Krijgsraad, die 't prachtig vond, maar... 't vonnis had geteekend, vóórdat ik begon te schrijven!! In 1857 zeventien ure achtereen gelezen in Mignet's Révol. franç.,Ga naar eind8. na in 8 etmalen niets te hebben gegeten. In Febr. 1861 13 uren geloopen in den modder om 4000 uitgehongerden aan werk te helpen, bij elken stap tot de knieën in den modder; telkens klemde het been en zoog de slib bij 't onttrekken. Ik liep mij ziek en halfdood voor een goed spoorwegtracé. Vergeefs, dank zij de vervalsching door Sloet.Ga naar eind9. Dat was ten minste nuttig. Zeg mij s.v.pl. of mijn toon in Recht voor Allen goed is: niet te neerbuigend en niet te hoog.- Maar wat is de uitkomst van mijn werken? Daarom is er, m.i., eenige waarheid in uwe bewering omtrent offers. Maar wees voorzichtig met aanmoediging in dezen tijd van ‘varkensgeestdrift’. Wij hebben er reeds veel te veel van. Het is weder de geschiedenis van wat men niet ziet. In een gunstiger tijdstip zal misschien iemand Max Havelaar navolgen. Die gedachte steunt, al zult gij niet à la récompense zijn, slechts à la peineGa naar eind10. zijn geweest. Het doet mij genoegen, dat er weder vruchten van uw denken te wachten zijn, al doet ook de reden mij leed. Misschien heeft Mevr. v. Kol u niet op de kosten van een rijtuig willen jagen. Uw meetkundig vraagststuk begrijp ik niet. Naar dat van H.Ga naar eind11. zal ik zoeken. Le voici. Door een punt A, buiten een cirkel, trekt men 2 lijnen welke dien cirkel snijden: de eene door het middelpunt M, de | |
[pagina 698]
| |
andere willekeurig en snijdende den cirkel in de punten B en C. In B en C worden raaklijnen aan den cirkel getrokken, die de lijn welke in A loodrecht op AM is getrokken respectievelijk in de punten D en E snijden. Bewijs dat AD = AE is. Ik vroeg in de lees-biblioth.k om een roman van Miss CumminsGa naar eind12. - Gelijk gewoonlijk, niet te krijgen. Ik had gelezen dat l'Oeuvre Zola's meesterstuk was; dat hij daarin den strijd van een kunstenaar beschreef; dat hij zijn rauwe manier had laten varen!! Dus: ik nam l'Oeuvre. Zonderling! De 2 eerste dagen had J. geen lust er aan te beginnen. De 3.e dag: je n'aime pas ces cruditésGa naar eind13.. Den 4.e: je ne voudrais pas faire lire ce livre à ma soeurGa naar eind14. (ongetrouwd). De 5.e dag verzoekt ze mij l'Oeuvre maar te verwisselen. Ze wou 't niet uit lezen, ofschoon enkele passages en 't ongemaakte haar bevielen. Wanneer ik tijd zal hebben, zal ik 't ondernemen, op uw aanbeveling. Sinds 6 jaren heb ik een roman van hem onopengesneden in mijn kast. Ik lees slechts romans op raad van den dokter, als ik convalescent ben en mij niet inspannen mag. 't Is een groot gebrek, maar plus fort que moi.Ga naar eind15. Dit is ook 't geval met mijn trots. Ik kan niet besluiten, naar volksvergaderingen te gaan. Daarvoor ben ik misschien te aristokratisch. In mijn gevoel en gevoelen een demokraat, maar in mijn omgang niet. De menschen zouden daadlijk aan mijn gezicht zien dat ik mij niet op mijn gemak voel en zich terecht gekrenkt achten. - Misschien is 't ook afkeer van gezwets. Ik ken niets dwazers dan verzoek om Staatshulp, dus meer belastingdruk in een tijd van drukkende belasting. Vergeef dat ik reeds eindig. Ik moet schrijven aan Kropotkin, | |
[pagina 699]
| |
wiens broeder zich doodschoot in Siberië; aan mijn dochter die weer een onvoegzaamheid beging, aan Constantijn's neef en aan de Ind. Opmerker. Uw vriend RvE
Niet één diplomaat die GiersGa naar eind16. den rug toedraait! Waartoe die v.d. Hoeven te Petersburg?
Hierbij iets over Charleroi. Het spijt mij, dat Ge geen kantteekn. gemaakt hebt op Nellie's Brieven. Aan de Witt Hamer doen zeggen, dat hij Willem III vergelijke bij den Rom. Keizer, die, zijn standbeeld ziende verbrijzelen, uitriep: ‘Ik voel mij niet gekwetst’. Onhandig parket! Victoria en Wilhelm verzochten den Tsar, den Bulgar. VorstGa naar eind17. niet gevangen te nemen! Naïef brevet van canaille!Ga naar eind18. |
|