Volledige werken. Deel 23. Brieven en dokumenten uit de jaren 1884-1886
(1993)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 556]
| |
[21 januari 1886
| |
[pagina 557]
| |
Uit zekere passage in Uwen brief maak ik op dat er twyfel kan bestaan of wel by ieder dien ge meent een afdruk van dit portret te moeten aanbieden... &c (Ik begryp dit ‘moeten’. In 't niet aanbieden zou 'n demonstratie kunnen liggen, die vermeden behoort te worden. De lieve verstandige overledene zou die hebben afgekeurd!) Twyfel aan de rechte stemming by de ontvangst van dat beeld? Ach, hoe bitter! Dat moet dan wel op iemand doelen die véél aan Funke te danken heeft, op iemand die door hem beweldadigd is. Andere vyanden dan dezulken kan de edele man niet gehad hebben! Ook my heeft Funke welgedaan, en waarlyk niet alleen in materieelen zin, o neen! Z'n geheele wys van doen werkte op myn lydend gemoed verzachtend, bevredigend, genezend. Al blyft me dit hoofdzaak, toch wil ik daarmee 't materieele niet gering schatten. Toen ik 't eerst met Funke in aanraking kwam, was z'n finantieele positie nièt zoo gunstig als ze later door z'n yver, kennis van zaken en eerbiedwaardige soliditeit geworden is. Hy was toen, zooals men 't noemt: 'n beginner. Welnu, 't is 'n feit dat Max Havelaar geen gebrek heeft geleden nadat hy met Funke in aanraking gekomen is. Dit mag ieder weten. Jazelfs ik hecht er aan dat men dit wete, en ik zal 't dan ook by 'n passendeGa naar eind1. gelegenheid openlyk verklaren. Dat is behoefte voor m'n hart.- Veel verdriet heeft het me gedaan dat ik me gedurende z'n ziekte zoo achteraf moest houden. Daartoe werkten meer dan één oorzaak mede. Ten eerste vreesde ik voor 't veroorzaken van agitatie, of: voor de beschouwing der doktoren dienaangaande. Vervolgens drukte my 't wantrouwen op de fakulteit, iets dat me zeer dikwyls van inmenging terughoudt. Ik moest me bepalen tot bestudeering der ziekte-symptomen, en tot korrespondentie met geneeskundigen die gewoonlyk onderling van zienswyze verschilden. Hiervan kan ik de zonderlingste voorbeelden aanhalen, en, me dunkt, ook Uzelf moet dat onvaste van de officieele wetenschap in't oog gevallen zyn. Zoo ben ik nog altyd bezig met het nasporen van de oorzaken Uwer hoofdpyn kwaal, (Ik ken nòg 'n dame die daaraan lydt.) maar ik erger me over het weifelende, onzekere, zich weêrsprekende van de ‘KunstGa naar eind2..’ Ja, 't speet me verschrikkelyk dat ik gedurende die laatste maan- | |
[pagina 558]
| |
den me zoo neutraal moest houden. Wat had ik graag den lieven zieke hier gehad. Ons huis is zeer gezond gelegen. Niet omdat het aan den Ryn ligt. Dit is juist niet het geval, (we zyn meer dan 1 uur gaans van den Ryn af) maar omdat we hoog liggen zonder moeras in de buurt waaruit dampen opstygen, en zonder bosch waarin ze blyven hangen. Men schryft tegenwoordig (byna?) alle ziekten aan bactérien toe. Welnu, die kunnen hier niet zyn. Het luchtgestel wordt voortdurend schoon geveegd. Maar tegenover de faculteit die den armen lyder o.a. naar Wiesbaden liet gaan mocht ik me niet verzetten. 't Zou ook weinig geholpen hebben! Toch had ik 't beproefd, als ik zeker van m'n zaak ware geweest. Maar dit durfde ik niet beweren, en zoo moest ik geduldig den loop der zaak afwachten. Maar 't was me zeer pynlyk. Met vreugd had ik myn leven voor 't zyne gegeven, dit is de zuivere oprechte waarheid. Er is zoo véél aan hem verloren. Nooit heeft 'n sterfgeval me zoo geschokt.- Och, ik heb nu geen lust over iets anders te schryven. Morgen, lieve mevrouw! Intusschen hartelyk gegroet en innig bedankt voor 't weemoedig maar dierbaar geschenk. Uw liefhe Douwes DekkerGa naar eind3. |