Volledige werken. Deel 23. Brieven en dokumenten uit de jaren 1884-1886
(1993)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 501]
| |
NiederIngelheim 20 Novr 85 beste Snelleman. Dank voor uw stuk over de myn-ontginning. Met innige belangstelling heb ik het gelezen, alsmede uw zeer heldere toelichtingen. De door u geopperde moeielykheden bezwaren my, en 't zou van lichtvaardigheid getuigen, die met 'n bête: ‘ik zou’ uit den weg te willen ruimen. Aan den anderen kant - men vertelt van 'n paryschen genees-renommée dat i op de klacht van 'n lyder antwoordde: ‘Vous avez la goutte? Eh bien, gardez-la!’Ga naar eind1. De man was eerlyk, maar bar. En toch, als hy overtuigd was dat er niets aan de kwaal te verhelpen viel... Maar overtuigd ben ik nog niet, al moet ik erkennen dat ik de zaak donker inzie. Alas, poor mankind!Ga naar eind2. Dat het Gouvernement op 't oogenblik niet kan gedwongen worden z'n plicht te doen, of erger nog: niet eens op 't idee kan gebragt worden dat er in casu iets als plicht bestaat - om nu niet eens te spreken van liefelyker hefboom dan koud plichtsbesef - is treurig. Maar, eilieve begin niet met het door klacht of verwyt te verbitteren. Dat zou nadelig werken op wellicht later te nemen maatregelen. Stel SVP. allen stryd voorlopig uit en reculeer pour mieux sauter.Ga naar eind3. Ik peins over de mogelykheid om iets te verbeteren. Intusschen, beste kerel, wees zoo goed me eens op de hoogte te helpen van uwen tegenwoordigen toestand wat het finantieele aangaat.Ga naar eind4. Neen, dit behoeft niet. Ik kan de moeielykheden die u in den weg staan wel op m'n vingers narekenen. Vraag maar niet: ‘wat zou dàt met de zaak te maken hebben?’ Alles raakt aan alles! En in dit geval... o, dat vervloekte schryven!- Dat uw Jo geen lust heeft (in wintertyd nogal!) zoo'n reis te maken, vind ik niet vreemd. Maar kunt gy niet eens uitbreken? De kosten zyn gering. Maar ik weet niet of ge door op u genomen werkzaamheden aan RmGa naar eind5. gebonden zyt? Zoo neen, kom eens by ons. Zeg aan HenrietteGa naar eind8. dat ik heel bly ben met haar groet, en veel nadenk over haar toekomst. O, die vervloekte onmacht! Toch kan 't haar 'n kleine steun zyn, te weten dat ik innig belang in haar stel. Maar liever deed ik iets voor haar. Ik zou zoo gaarne willen dat ze na m'n dood 'n lieve herinnering aan my te bewaren kreeg, de eenige soort van onsterfelykheid die me wat schelen kan. | |
[pagina 502]
| |
M'n astma is dikwyls lastig, maar tusschen de buien in, voel ik me zeer wel. Dit verschil in toestand geeft aanleiding tot de gekste misrekeningen. Ik kan, byv. niet zeggen dat ik aan den trein zal wezen als ge komt. Maar wel zal ik 'n rytuigGa naar eind6. zenden, want de tocht naar ons huis (¾ uur stygen!) is vermoeiend. Maak alzoo dat ik een dag vooruit bericht heb, en reken er op dat ik maar éénmaal daags m'n brieven kryg. Neem er dus 2 dagen voor, dan zyn we zeker. Intusschen hartelyk gegroet van uw vriend dd
De jongen die u afhaalt, heet Michel, a go,Ga naar eind7. en waarschynlyk is Wouter by hem. |
|