Volledige werken. Deel 23. Brieven en dokumenten uit de jaren 1884-1886
(1993)– Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd[10 mei 1885
| |
[pagina 343]
| |
heid vergezelde. Het een was zoo welkom als 't ander, en 't is me niet gemakkelyk m'n dankbaarheid daarvoor onder woorden te brengen. Maar ik weet dat het u aangenaam is, iets van my te hooren, en daarom dezen praatbrief, na eerst een en ander uit den uwen beantwoord te hebben. De gezondheid van U en Uwe lieve vrouw minder goed! En ‘onder Docters behandeling?’ Van zooveel kanten verneem ik iets dergelyks dat ik... irreGa naar eind1. word aan de faculteitGa naar eind2.. Of ligt de fout aan den geest der eeuw en aan wat men wel wat ligtvaardig soms ‘vooruitgang’ noemt. Een mes dat al te scherp gewet wordt, ligt òmGa naar eind3.. Spannen wy ons denkvermogen te veel in? Is dàt wellicht de oorzaak van de overspanning der zenuwen die we byna overal waarnemen? Sommigen meenen dit, maar zeker is 't daarom niet. Ook myn zenuwen laten te wenschen over, en toch durf ik niet beweren dat ik m'n denkvermogen bovenmatig inspan. Schryf deze betuiging niet toe aan nederigheid. Ik tracht te zeggen wat ik voor waar houd, en zou ook in 't onevenredig inspannen van de intelligentie volstrekt geen eer stellen, dewyl juist het harmonisch gebruik onzer vermogens plicht is. Dat ik ook die plicht gebrekkig vervul, moet ik erkennen, maar de onevenredigheid slaat by my niet over naar den kant van 't overmatig denken. Daar scheelt veel aan. Een andere oorzaak van 't heerschend gebrek aan evenwicht kan misschien liggen in overmaat van slecht verwerkte indrukken, en dit is, geloof ik, myn fout. Alles trek ik me aan, en 't een verdringt het ander. Wanneer dit ook by U de oorzaak der kwaal wezen mocht, is er met gewone geneesmiddelen weinig te bereiken. Ik doelde zoo-even op de m.i. verkeerde opvatting van 't begrip: ‘vooruitgang.’ Als men de snelheid van locomotieGa naar eind14., van tyding erlangen, enz, ‘vooruitgang’ noemt heeft men slechts in zoover gelyk, dat die zaken op zichzelf beschouwd beter dan vroeger marcheeren, maar of de som van algemeen geluk door zulke dingen verhoogd wordt, is de groote vraag. Of zelfs 't is géén vraag. Ik althans beweer dat dit niet het geval is. In andere vakken wordt evenzeer met het begrip: ‘vooruitgang’ gespeeld. De uitdrukking: ‘de arbeider is niet meer, zooals vroeger, 'n slaaf, daar men tegenwoordig z'n werk door machines doet verrichten’ is heel onjuist. De werkman heeft om aan den kost te komen, even | |
[pagina 344]
| |
als vroeger, noodig zóóveel uren daags te arbeiden. Er zyn staathuishoudkundigen die den lof der werktuigkunde bezingen op 'n toon alsof de ‘mensch’ nu 't snorren der machines op z'n gemak mocht zitten aantezien. De stelling is even gek als de bewering zyn zou, dat de paarden zoo'n best leventje hebben na de invoering der stoomtrekkracht, en dat het beroep van naaister tegenwoordig 'n sinecure was! En weer op ànder gebied. De scheikunde is zoo vooruitgegaan. Zeker. En wie profiteeren er van in de eerste plaats? 't Zyn immers de vervalschers! Is dit in den waren zin van 't woord: vooruitgang? Maar ook zònder vervalsching - althans zonder bewysbare vervalsching - neemt niet het ongedierte dat den landbouwer traitertGa naar eind4. in gelyke - of hooger - mate toe met de voortbrenging van nieuwe, wetenschappelyk uitgedachte meststoffen? En stygt het getal gezonde levensdagen met den vooruitgang in de geneeskunde? Ik weet dat men niet gewoon is daarvan statistiek optemaken, doch àls men dit deed, zou naar ik meen de uitslag ongustig zyn. En 't rechtswezen! En de beschaving, de ware, echte, humane, bedoel ik, en dus 'n andere dan die afgemeten wordt naar de cyfers van jongens en meiden die by loting of huwelyk hun naam kunnen teekenen. En de politiek! Ziedaar de oorzaken van myn zenuwachtigheid! Ik erger me, èn over de dingen zelf, èn over m'n onmacht om daaraan iets te verbeteren. Tot voor weinige jaren toe heb ik gehoopt, eenmaal 'n standpunt intenemen dat me in staat had gesteld iets degelyks ten goede uitterichten. Die hoop heb ik nu niet meer. En ziedaar den grond van m'n zwygen.
11 Mei Ge spreekt van ‘voorlopig’ uitstel van den oorlog. Ja, zeker: voorloopig! Overal ligt veel brandstof gereed, en de aanleiding tot bloedige botsingen is bovendien zeer vermeerderd door de zotte ‘Colonial-bestrebungen’Ga naar eind5. van Duitschland. En de koning van Belgie doet ook mee, op z'n eigen houtje nogal. En Italie! En Oostenryk! En... 'n tal van particuliere fortuinzoekers. Onder die laatsten zyn er die reeds sedert 40, 30 en 20 jaren zich bezig houden met landstelen op Ned. gebied. Onze Kamers, onze ministers, ons Volk, schynt daarmee genoegen te nemen. Men heeft het dan ook | |
[pagina 345]
| |
te druk met schoolwetten en tariefskwestien! Altyd: à côté de la question!Ga naar eind6. Wat hoofdzaak is, wordt niet aangeroerd. Dit schynt door de ‘partyen’ - diefje met diefjes maat! - achter de schermen te zyn afgesproken. En Heemskerk fabriceert ministertjes uit de bespottelykste grondstof. Nu 'n financiemanGa naar eind7. die de zonderlinge eer heeft, 'n gunsteling van Willem II geweest te zyn. Jammer dat Andringa de KempenaarGa naar eind8. dood is. Anders had men dat sujet ook nog eens kunnen belasten met 'n deel der volksbelangen.- Wat overigens dien oorlog aangaat, ik heb er ditmaal geen geloof aan geslagen. Of er in centraal azie al of niet 'n werkelyke casus belliGa naar eind9. bestond, hield ik voor geheel onverschillig. Zoo'n vechtreden bestaat er niet die men niet verslikt als 't vechten ongewenscht is, en zònder de minste reden vecht men wèl als men - d.i. 'npaar speculeerende diplomaatjes - wèl behoefte hebben aan oorlog. De eigenlyke oorzaak van oorlog is nooit de naastbyliggende als oorzaak opgegeven aanleiding! (Nap III byv, maakte geen oorlog om de benoeming van 'n duitschen prinsGa naar eind10. tot spaansch Koning te beletten - er was niet eens plan op! - maar omdat hy behoefte had aan ‘gloire’ om zich binnenslands staande te houden.)- De werkkring van onzen besten De Haas komt me uitputtend voor. Hy heeft aanspraak op aller eerbied voor z'n streven, en 't is maar te hopen dat hy 't physiek en finantieel uithoudt. Eén ding is voor hem 'n groot geluk, en byna zou ik zeggen dat ik hem dit benyd. Er is harmonie tusschen z'n roeping, z'n beroep, z'n kunde en z'n smaak. Zelden ontmoet men tusschen die verschillende factoren zooveel overeenstemming, en dit maakt de hooge eischen die z'n levensrichting hem oplegt, eenigszins minder moeielyk te vervullen dan anders 't geval wezen zou. My vooral valt die zeldzame harmonie in 't oog omdat ik zoo diepGa naar eind11. gebukt ga onder 't omgekeerde. Redeneeren, schryven, betoogen, vermanen, waarschuwen - zie, dat alles is me gründlich zuwider!Ga naar eind12. Et pour cause! Ook De Haas zou z'n lust verliezen als hy by voortduring ontwaarde te-vergeefs te arbeiden. O, ik ken Uw vriendelyke tegenspraak op dit punt. Gy - en nog eenige weinigen - beweren dat ik niet te-vergeefs heb geleefd, en als bewys haalt ge aan... nu ja, uw eigen vriendschappelyke gezindheid! Daarvoor ben ik dankbaar, maar... m'n levensdoel bereikt, heb ik niet! Byna kan ik zeggen: in geen enkel opzicht!- | |
[pagina 346]
| |
De mededeeling omtrent den toestand van den kleinen Hendrik doet me zeer. Hoe hard voor de ouders, en voor 't arme kind zelf. En ziedaar alweer de onmacht van de faculteit. Die arme Lina! - Wat òns betreft, we zyn met ons drietjes wèl. M'n asthma is, als ik maar m'n rust houd, nogal dragelyk. De lucht is hier ontegenzeggelyk hoogstgezond. Zou 't misschien voor U en uwe vrouw goed zyn eens eenigen tyd hier in ons huisje te komen doorbrengen? Ik weet niet of uw zaken dit zouden toelaten, maar juist als dit niet het geval is, zou daaruit volgen dat uw gestel behoefte hebben kon aan wat vakantie. Rustig zoudt ge hier zyn - dat heet: op dit oogenblik is 't zoo, want welke bezoeken ons wachten, kan ik waarlyk niet zeggen. Van sommigen weet ik dat ze van plan zyn ons dezen zomer te komen zien, maar dat is gewoonlyk iets onbestemds. Jammer dat zoovelen daartoe denzelfden tyd kiezen (nl. Augustus) waardoor dan alles wel wat te veel samenvalt. Maar nogeens, op dit oogenblik is er ruimte in overvloed. Als Henriette meekwam, zou ik erg prettig vinden. Ze zal wel denken dat ik 'n zonderling wezen ben omdat ik haar niet schryf zooals ze sedert lang recht had te verwachten. Welnu, laat haar met U en Uw vrouw hierkomen, dan zal ik haar m'n zwygen duidelyk maken, zóó dat ze my volkomen verontschuldigt. Ik verlies overigens daarby minstens zooveel als zy, want het ware my 'n innig genoegen geweest my met haar bezig te houden. en dit is nòg zoo. De grond van m'n zwygen - en dit eens-vooral, ook jegens U - is hoofdzakelyk: verdriet.- By alle berichten die van links en rechts tot me komen over ongesteldheid, mag ik niet laten dankbaar te erkennen dat we zoo gezond zyn. (De rekening van den Dr over '84 was 4 of 6 mark,Ga naar eind13. en zelfs dàt was niet eens noodig geweest.) Daar is nu ook m'n brave beste Funke in de lappenmand, en ik moet erkennen dat ik 'n zwaar hoofd heb in z'n herstel. Overeenstemming tusschen de 4, 6, 8, 10 doktoren en Professers die hem in Holland (en elders) behandelden, bestaat er natuurlyk niet. Feitelyk komt z'n toestand neer op algemeene krachteloosheid, op zwakte, veroorzaakt door (of oorzaak van) koortsachtigheid slapeloosheid, &c. Ten einde raad hebben ze hem nu naar Wiesbaden gezonden, nadat hy reeds vruchteloos te Baden Baden, Montreux en god weet waar, geweest was. Ik bezocht hem eergister, en morgen ga | |
[pagina 347]
| |
ik er weêr heen. 't Is treurig hem in zoo'n vervallen staat te zien, hy die vroeger altyd 'n voorbeeld was van flinkheid en by de hand zyn! Dat ik nu juist zoo over m'n besten Funke schryf, is omdat ik z'n gedeprimeerden toestand in verband breng met U en Uw vrouw, ook vooral met het oog op de vraag of voor u 't hierkomen nuttig wezen zou? Oppervlakkig geoordeeld - want ik ken de gegevens niet - zeg ik: ja! Immers ‘het is hier zeer gezond!’ Maar... dat is 'n leekenpraatje, niet waar? Wat beteekent dat: ‘zeer gezond’? Eergister by Funke zynde, sprak ik er telkens over en viel dan mezelf in de rede met de bedenking: ‘als 't voor U maar goed by ons is!’ 't Spreekt vanzelf dat ik bang ben voor de verantwoordelykheid, ook om andere redenen dan nu juist het luchtgestel. Ons huiske ligt zeer afgelegen. (de apotheek byv. is meer dan 'n uur gaans ver, en ook de Doctor woont niet in de buurt. Dat is echter minder want hy passeert elken dag ons huis.) Dan onze eenvoudige levenswys. Neen, dit is geen bezwaar, denk ik. Daarover heeft nooit iemand geklaagd. En wat de eenzaamheid aangaat, verveling is hier 'n onbekende zaak. Alzoo, beste De Wolff, denk er eens over. Wat wy Ulieden kunnen aanbieden is: hartelyke ontvangst en frissche lucht met lepels! Voorloopig beterschap toegewenscht, en m'n hartelyke groete aan U allen, vooral aan de jarige bejaarde, maar jonge Dame. Zou voor haar de reis te vermoeiend zyn? Ik hoop neen, en dan zal ik haar ‘op de handen dragen’ (hm, 'n mal praatje met m'n asthma!) Nu, ik meen maar dat ze hoogstwelkom wezen zal. Dag, beste De Wolff, hartelyk met u allen gegroet van Uw liefh. Dek |
|